Leid de voorrand van het substraat door de printer, via de hoofdrol en de voorste rol naar de
11.
spanningsrol.
Als u voor de printer staat en merkt dat u te weinig substraat hebt afgerold, selecteert u Start main
12.
roller motion (Hoofdrol starten) om meer substraat af te rollen. Het substraat wordt afgerold als u
eraan trekt.
Als u de voorrand van het substraat achter de spanningsrol leidt, moet u opletten dat er niet
TIP:
te veel substraat tussen de voorste rol en de spanningsrol achterblijft. Te veel substraat vóór de voorste
rol is in dit stadium niet erg. Zodra de de voorrand van het substraat achter de spanningsrol is geleid,
kunt u stijf substraat omlaag naar de voorste rol trekken of flexibel substraat onder de spanningsrol
door via de gaten in de substraatgeleider om de rol wikkelen.
Controleer aan de achterzijde van de printer de afstand tussen de linkerzijplaat van de printer en
13.
de linkerrand van het substraat. Deze afstand mag niet minder zijn dan 145 mm (5,7 inch) omdat
de rand van het substraat anders buiten de afdrukzone valt en tegen de printerkleppen loopt.
Aan de voorzijde van de printer moet de rechterrand van het substraat op de spanningsrol zich op
14.
dezelfde afstand (A) van de rechterplaat bevinden als de afstand die wordt gemeten aan de
invoerzijde.
OPMERKING:
de afstand tussen de substraatrand en het midden van deze inkeping.
OPMERKING:
tussen de meting vanaf de zijplaat aan de achterkant en de zijplaat aan de voorkant van de printer
acceptabel en zorgt niet voor scheeftrekken of kreuken.
52
Hoofdstuk 3 Werken met substraten
Vóór de spanningsrol in de rechter zijplaat vindt u een vierkante inkeping. Meet
Als u niet-elastische substraten laadt, is een verschil van 2 tot 3 mm (0,01 inch)
NLWW