Abort (Afbreken): het afdrukken van de huidige afdruktaak wordt direct gestopt. De status van de
●
taak verandert in Finishing (Bezig met stoppen) en de printer droogt de gedeeltelijk afgedrukte
taak voordat de volgende taak in de wachtrij wordt afgedrukt.
Klik nogmaals op Abort (Afbreken) om ook het droogproces te stoppen en de afdrukwachtrij te
onderbreken.
Print adjustments (Printerafstellingen): geeft de compensatie van de substraatdoorvoer aan (die
●
u kunt wijzigen).
Settings (Instellingen): geeft informatie over het geladen substraat aan.
●
Rows to Register (Te registreren rijen): met deze optie kunt u kiezen welke registratielijnen worden
●
gescand door de printer. Als u 1 selecteert (standaardwaarde), onderbreekt de printer het afdrukken
en wordt elke registratielijn gecontroleerd. Als u bijvoorbeeld 2 selecteert, scant de printer elke
tweede registratielijn waardoor de snelheid toeneemt, maar de kans op misregistratie ook groter
wordt. Als u 0 (nul) kiest, worden de registratielijnen niet gedetecteerd.
Soms moet u 0 kiezen als de substraatdoorvoersensor de registratielijnen niet kan detecteren.
TIP:
In dat geval wordt systeemfout 78.7:01 weergegeven.
Een taak verwijderen
Dit is de juiste procedure om een afdruktaak te verwijderen.
Verwijder een afdruktaak uit de wachtrij via het pictogram Remove (Verwijderen)
1.
rechtermuisknop op het bestand en klik op Remove (Verwijderen). Als u een afdruktaak op deze
manier verwijdert, kunnen er bestanden achterblijven op de vaste schijf van de printer en kan het
bestand ook nog steeds beschikbaar zijn in de lijst in het venster Add Existing Job (Bestaande taak
toevoegen), afhankelijk van de instellingen in Tools > Preferences > Queue Rules (Extra >
Voorkeuren > Wachtrijregels) in de sectie "When removing jobs from the queue" (Als taken zijn
verwijderd uit de wachtrij).
Verwijder te taak met File > Delete job (Bestand > Taak verwijderen), selecteer de taak en druk
2.
op Delete (Verwijderen). Het bestand kan niet meer worden geopend in het venster Add existing
job (Bestaande taak toevoegen).
Indeling voor afdrukken
Als u een taak importeert in HP Internal Print Server of als u met de rechtermuisknop op de wachtrij in HP
Internal Print Server klikt, wordt het venster Job Properties (Taakeigenschappen) weergegeven.
Dit venster bevat een lijst met methoden waaruit u kunt kiezen:
●
Simple (Enkel): een of meer exemplaren van een bepaalde taak worden achter en onder elkaar
afgedrukt op het substraat. U kunt een verticale ruimte tussen de exemplaren van dezelfde taak
opgeven.
Step and Repeat (Stap en herhalen): meerdere exemplaren van een bepaalde taak worden één
●
voor één, over de breedte van het substraat afgedrukt, indien er voldoende ruimte is. Zie
Repeat (Stap en herhalen) op pagina
Tiling (Naast elkaar): een enkele taak wordt afgedrukt in gedeelten die later worden
●
samengevoegd. Zie
Nesting (Multi-image) (Nesten, meerdere afbeeldingen): de geselecteerde taken worden één
●
voor één afgedrukt, over de breedte van het substraat indien er voldoende ruimte is. Gebruik het
88
Hoofdstuk 5 Afdrukopties
89.
Tiling (Naast elkaar) op pagina
89.
of klik met de
Step and
NLWW