2
Basisconfiguratieopties
De printer in- en uitschakelen
De printer heeft twee stroomverbruikniveaus.
Elektronica aan: de elektronische onderdelen die relatief weinig stroom verbruiken zijn ingeschakeld.
●
Alles aan: alle onderdelen zijn ingeschakeld, inclusief de mechanische onderdelen en droogmodules
●
die meer stroom verbruiken.
Ga als volgt te werk om de printer in te schakelen:
Zorg dat alle aardlekschakelaars omhoog staan (ACB1, ACB2, ACB3, RCB1).
1.
Draai de grote schakelaar linksachter op de printer in de stand Aan.
2.
Controleer of alle vier de rode lampjes branden (drie voor de 3P-automaat en één voor de enkele
3.
automaat). Bij normale werking moeten deze lampjes altijd branden. Als een van deze lampjes niet
brandt, moet u op het voorpaneel controleren of zich geen systeemfout heeft voorgedaan en de
Handleiding voor onderhoud en probleemoplossing raadplegen of contact opnemen met een
elektricien.
12
Hoofdstuk 2 Basisconfiguratieopties
NLWW