VERZORGING VAN BANDEN
Zorg voor een langere levensduur ervoor
dat de banden van de voor- en
achterwielen gelijkmatig slijten. Wij raden
aan dat de voor- en achterwielen met
regelmatige intervallen tussen 5.000 en
12.000 km te wisselen.
WAARSCHUWING
Zorg dat bij het parkeren de
bandwangen nergens langsaf
schuren.
Als u een stoeprand moet oprijden, doe het
dan zo langzaam mogelijk en rijd zo
mogelijk met de wielen onder een rechte
hoek het trottoir op.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren, vreemde voorwerpen of
onregelmatige slijtage van het loopvlak.
Ongelijkmatige slijtage kan betekenen dat
de wieluitlijning niet meer aan de
specificaties voldoet.
Controleer iedere twee weken de
bandenspanning (inclusief het reservewiel)
wanneer de banden koud zijn.
Transit Custom (TTF) Vehicles Built From: 14-01-2013, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Velgen en banden
GEBRUIK VAN
WINTERBANDEN
aangebracht.
Als winterbanden worden gebruikt, hanteer
dan de correcte bandenspanningen. Zie
Technische specificatie (bladzijde 184).
GEBRUIK VAN
SNEEUWKETTINGEN
(bladzijde 184).
monteert.
Als de auto beschikt over 215/65 R 16 C of
235/50 R 18 banden, breng dan 185/75 R
16 C banden en 16 x 5,5J velgen op de
voorwielen aan. Deze zijn verkrijgbaar bij
een erkende dealer. Breng de
bandenspanning op de maximum
voorgeschreven waarde.
N.B.: Sneeuwkettingen kunnen worden
gebruikt bij 215/65 R15 C banden.
N.B.: Het antiblokkeersysteem blijft
normaal werken.
178
WAARSCHUWING
Bij het gebruik van winterbanden op
uw auto, dient u ervoor te zorgen dat
de correcte wielmoeren worden
WAARSCHUWINGEN
Rijd niet harder dan 50 km/u (30
mhp).
Rijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij wegdek.
Breng uitsluitend sneeuwkettingen
op de gespecificeerde banden aan.
Zie Technische specificatie
Wanneer uw auto is uitgerust met
wieldeksels, verwijder deze dan
voordat u sneeuwkettingen