ALGEMENE INFORMATIE
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
N.B.: Zo nu en dan kunnen remgeluiden
hoorbaar zijn; dit is normaal. Als een metaal
op metaal geluid, een voortdurend schurend
geluid of een voortdurend piepgeluid
hoorbaar is, dan kunnen de remvoeringen
zijn versleten. Indien voortdurend trillingen
of schokken in het stuur voelbaar zijn tijdens
het remmen, dient u de auto door een
erkende dealer te laten controleren.
N.B.: Remmenstof kan zich ophopen op de
wielen (zelfs onder normale
rij-omstandigheden). Vanwege slijten van
de remmen is een beetje stof onvermijdelijk.
Zie Lichtmetalen velgen reinigen
(bladzijde 172).
N.B.: Afhankelijk van toepasselijke wetten
en voorschriften in het land waarvoor het
voertuig oorspronkelijk is geproduceerd,
kunnen de remlichten gaan knipperen
tijdens hard remmen. Vervolgens kunnen
ook uw alarmknipperlichten gaan knipperen
zodra uw auto tot stilstand gekomen is.
Natte remmen leiden tot een geringere
remwerking. Trap het rempedaal enkele
malen voorzichtig in tijdens wegrijden bij
een wasstraat of stilstaand water om de
remmen te drogen.
Noodstopbekrachtiging
De noodstopbekrachtiging herkent een
noodstopsituatie aan de snelheid waarmee
u het rempedaal indrukt. Het systeem zorgt
voor een maximale remdruk zolang het
rempedaal wordt ingedrukt. De
noodremassistent kan de remweg in
kritieke situaties reduceren.
Transit Custom (TTF) Vehicles Built From: 14-01-2013, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Remmen
Anti-blokkeerremsysteem
Dit systeem helpt om de stuurregeling en
de stabiliteit te behouden tijdens een
noodstop door te voorkomen dat de
remmen blokkeren.
TIPS VOOR RIJDEN MET ABS
N.B.: Wanneer het systeem in werking is,
pulseert het rempedaal en legt wellicht een
langere weg af. Blijf het rempedaal
indrukken. Er is tevens wellicht een geluid
hoorbaar vanaf het systeem. Dat is normaal.
Het anti-blokkeerremsysteem voorkomt
geen risico's die ontstaan wanneer:
•
u te weinig afstand ten opzichte van
voor u rijdend verkeer houdt;
•
uw auto last heeft van aquaplanning;
•
u bochten te snel neemt;
•
het wegdek slecht is.
PARKEERREM
N.B.: Wordt de auto met de voorzijde naar
boven wijzend op een helling geparkeerd,
draai dan het stuur van de stoeprand
vandaan.
N.B.: Wordt de auto met de voorzijde naar
beneden wijzend op een helling geparkeerd,
draai het stuur dan naar de stoeprand toe.
N.B.: Druk de ontgrendelknop tijdens het
aantrekken niet in.
De handrem inschakelen:
1.
Druk het rempedaal krachtig in.
2. Trek de handremhendel volledig
omhoog.
De handrem lossen:
1.
Druk het rempedaal stevig in.
2. Trek de hendel enigszins omhoog
109