Het systeem uit- en inschakelen
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u het contact
inschakelt. Druk op de schakelaar in het
instrumentenpaneel om het systeem uit
te schakelen. Het systeem wordt alleen
uitgeschakeld gedurende de huidige
contactcyclus. Druk nogmaals op de
schakelaar om het systeem in te
schakelen. Voor locatie: Zie In één
oogopslag (bladzijde 10).
Motor uitschakelen
1.
Stop de auto.
2. Plaats de keuzehendel in neutraal.
3. Laat het koppelingspedaal los.
4. Laat het gaspedaal los.
Het systeem zet de motor wellicht niet af
onder bepaalde omstandigheden,
bijvoorbeeld:
•
Lage acculaadtoestand.
•
De buitentemperatuur is te laag of te
hoog.
•
Het bestuurdersportier is geopend.
•
Lage bedrijfstemperatuur motor.
•
De voorruitverwarming of de
achterruitverwarming is ingeschakeld.
•
Tijdens regeneratie van het
dieselroetfilter.
Motor opnieuw starten
Druk het koppelingspedaal in.
Transit Custom (TTF) Vehicles Built From: 14-01-2013, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Unieke rijeigenschappen
99
N.B.: De keuzehendel van de transmissie
moet in neutraal staan. Als de
transmissiekeuzehendel niet in neutraal
staat, gaat de start/stop-controlelamp
knipperen en wordt een bericht
weergegeven in het display.
Het systeem kan onder bepaalde
omstandigheden om een motorherstart
verzoeken, bijvoorbeeld:
•
Lage acculaadtoestand.
•
De voorruitverwarming of de
achterruitverwarming is ingeschakeld.
•
De auto beweegt (bijvoorbeeld bergaf
rollen).