Kinderen moeten comfortabel en
veilig zitten
De plaats van het kind in de auto en de ver-
eiste uitrusting is afhankelijk van het gewicht
en de lengte van het kind (zie pagina 29 voor
meer informatie).
N.B.
De wettelijke bepalingen voor het vervoer
van kinderen in de auto verschillen van land
tot land. Ga na welke regels er in uw land
van kracht zijn.
Ongeacht leeftijd en lengte moeten kinderen
altijd met de gordel goed om in de auto zitten.
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot
zitten.
De veiligheidsuitrusting voor kinderen die
Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in uw
auto. Door het gebruik van originele Volvo-
onderdelen bent u er zeker van dat de bevesti-
gingspunten en bevestigingsonderdelen op de
juiste wijze zijn aangebracht en sterk genoeg
zijn.
N.B.
Bij problemen tijdens de montage van kin-
derveiligheidsproducten moet u contact op-
nemen met de fabrikant voor nadere
inlichtingen.
Kinderzitjes
Kinderzitjes en airbags gaan niet samen
Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde-
ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig
door Volvo getest is.
N.B.
Bij gebruik van andere op de markt verkrijg-
bare kinderveiligheidsproducten is het van
belang dat u de bijgeleverde montage-
instructies zorgvuldig doorleest en nauw-
keurig opvolgt.
Zet de bevestigingsbanden van het kinderzitje
nooit vast aan de hendel waarmee u de voor-
stoel in de lengterichting verstelt of aan veren,
01 Veiligheid
Kinderen en veiligheid
rails of balken onder de stoel. Scherpe randen
kunnen de bevestigingsbanden beschadigen.
Laat de rugleuning van het kinderzitje tegen
het dashboard steunen. Dit geldt voor auto's
zonder airbag aan de passagierszijde of
auto's waarvan de airbag gedeactiveerd is.
Positie van kinderzitjes
Het volgende kan worden gebruikt:
• een kinderzitje/comfortkussen op de pas-
sagiersstoel, zolang de airbag aan de pas-
sagierszijde gedeactiveerd is (zie pagina 18
voor informatie over het activeren/deactive-
ren van de passagiersairbag (SRS));
• een achterstevoren gemonteerd kinderzitje
op de achterbank dat tegen de rugleuning
van de voorstoel steunt.
Plaats een kind altijd op de achterbank als de
airbag aan de passagierszijde geactiveerd is.
Als de airbag wordt geactiveerd, kan een kind
in een kinderzitje aan de passagierszijde ern-
stig letsel oplopen.
01
27