06 Starten en rijden
Lading vervoeren
Algemene informatie
Het laadvermogen is afhankelijk van de extra
accessoires die op de auto gemonteerd zijn,
zoals een trekhaak, lastdragers, skibox e.d.
alsmede van het totaalgewicht van de inzitten-
den en de kogeldruk. Het laadvermogen van
de auto moet tevens worden verminderd met
het gewicht van het aantal inzittenden. Zie
pagina 236 voor informatie over de toelaat-
bare gewichten.
WAARSCHUWING
Afhankelijk van de belading van de auto en
het zwaartepunt van de lading treden er wij-
zigingen in de rijeigenschappen op.
06
142
Lading op het dak
Positie van lasdragers (accessoire)
Zorg dat u de lastdrager in de juiste positie op
de dakrelingen (rails) aanbrengt. U kunt de
lastdragers in iedere gewenste stand over de
volle lengte van de dakrelingen aanbrengen.
Wanneer u geen lading op het dak vervoert,
moet u de voorste lastdrager ca. 200 mm voor
de middelste dakbevestiging aanbrengen en
de achterste lastdrager recht tussen de mid-
delste en de achterste dakbevestiging (zie
afbeelding) om de rijwindgeluiden te beper-
ken. Bevestig de lange lastdrager vooraan.
WAARSCHUWING
Bij het vervoer van lading op het dak ver-
schuift het zwaartepunt en treden er wijzi-
gingen op in de rijeigenschappen van de
auto.
Lastdrager monteren
Zorg dat de lastdrager goed om de beide
dakrelingen heen vastklemt. Schroef de last-
drager vervolgens vast. Maak gebruik van de
bijgeleverde momentsleutel om de boutjes tot
aan het merkje op de sleutel vast te draaien
(overeenkomend met een moment van 6 Nm).
Zie de afbeelding.