N.B.
De reservewielruimte onder de auto is uit-
sluitend bestemd voor het originele reserve-
wiel. U kunt er dan ook geen andere merken
reservewielen aanbrengen.
Reservewiel, terugplaatsen
Het is handigst als u iemand u helpt bij het
terugplaatsen van het reservewiel. Eén van u
beiden draait aan de slinger, terwijl de ander
het wiel in de juiste richting duwt.
– Vier de kabel met de slinger en breng de
anker aan het uiteinde van de kabel in het
gat in het midden van de velg aan.
– Haal de kabel een stukje omhoog door de
slinger langzaam (rechtsom) te draaien.
– Kantel het reservewiel om het langs de
uitlaatpijp te halen.
– Houd de achterkant van het wiel omlaag,
terwijl u het met de slinger omhooghaalt.
– Breng het wiel boven op de achteras, tegen
de vloerplaat aan.
– Draai de slinger tot aan de aanslag
rechtsom.
– Controleer of het wiel stevig vastzit.
07 Wielen en banden
Gevarendriehoek en reservewiel
WAARSCHUWING
Controleer of u gebruik maakt van de juiste
steunpunten. Tussen de kriksteunpunten
op de auto is een speciale kriksteunpunt
voor productiedoeleinden aangebracht. Dit
steunpunt is voorzien van een pen. Het
steunpunt is echter niet sterk genoeg om de
auto onder op te krikken. Bij twijfel over de
positie van de verschillende kriksteunpun-
ten kunt u contact opnemen met een
erkende Volvo-werkplaats. Wanneer u de
krik op een verkeerd punt aanbrengt, kan er
schade aan het portier en de carrosserie
ontstaan.
07
157