tegen de bodemplaat van de auto aankomt.
Controleer of u de krik juist hebt aange-
bracht onder het kriksteunpunt, voordat u
de auto van de grond krikt. Stel de krik
vervolgens dusdanig af dat de voet van de
krik loodrecht onder het kriksteunpunt van
de auto zit (zie afbeelding). Breng geen
blokken hout of iets dergelijks onder de krik
aan, omdat de draagkracht van de krik
daardoor afneemt.
WAARSCHUWING
Wanneer u de auto op het verkeerde punt
opkrikt, kan de auto van de krik vallen. Er
bestaat dan gevaar voor verwondingen!
– Breng de auto zo ver omhoog dat het wiel
van de grond komt.
– Draai de wielbouten los en verwijder het
wiel.
Wielen monteren
– Reinig de contactvlakken op het wiel en de
naaf.
– Breng het wiel aan. Draai de wielbouten
vast.
– Breng de auto zo ver omlaag dat de wielen
niet meer ongehinderd kunnen draaien.
– Draai de wielbouten kruiselings telkens iets
strakker vast. Aanhaalmoment: 140 Nm
(14.0 kpm). Het is belangrijk dat u de bou-
ten met het juiste aanhaalmoment vast-
draait. Controleer het aanhaalmoment dan
ook met een momentsleutel.
– Schroef de krik weer volledig in elkaar,
voordat u deze in de bagageruimte terug-
legt. Bind de krik vervolgens weer vast.
– Controleer of het nieuwe wiel de juiste
bandenspanning heeft.
N.B.
Wielbouten zijn er twee verschillende uit-
voeringen afhankelijk van de vraag of er sta-
len of lichtmetalen velgen op uw auto zitten.
Op de wielbouten van lichtmetalen velgen
zitten losse ringen, terwijl die op de bouten
voor stalen velgen ontbreken.
Let erop dat u de juiste soort bouten gebruikt.
Neem bij twijfel contact op met uw Volvo-
werkplaats.
07 Wielen en banden
Wielen verwisselen
BELANGRIJK
Als er TPMS op de auto zit, dient u de nieu-
we banden na montage te kalibreren. Lees
"Bandenspanningscontrolesysteem afstel-
len" op pagina 160.
07
159