6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk op de toe
name en afnametoetsen van
de ventilator om een ventilator
snelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit wan
neer de pedalen ongeveer 30 seconden lang niet
bewegen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een serie geluidjes te horen, zal het bedie
ningspaneel pauzeren en zal de tijd op het display
knipperen.
Als de pedalen een paar minuten lang niet bewe
gen zal het bedieningspaneel uitgaan en zal de
display zich resetten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Zet het bedieningspaneel aan.
Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal de
display aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de gewenste toetsen voor
een Onboard Workouts (vooraf ingestelde oefe
ning) totdat de gewenste oefening op het scherm
verschijnt.
De display zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, de tijdsduur van de oefening en het
geschatte aantal calorieën dat u zult verbranden,
aangeven. Een profiel van de snelheidsinstellingen
van de oefening zal in de matrix verschijnen.
3. Start de oefening.
Druk op de toets Begin (starten) of begin met fiet
sen om met de oefening te starten.
Iedere oefening is in segmenten verdeeld. Een
weerstandsniveau en een na te streven snelheid
zijn voor elk segment geprogrammeerd. Let op: U
kunt hetzelfde weerstand en/of doeltemponiveau
programmeren voor opeenvolgende segmenten.
Het weerstandsniveau en de naar te streven snel
heid voor het eerste segment zullen in de display
en in de matrix verschijnen.
Tijdens de
oefening zal
de profiel op
het tabblad
snelheid uw
vordering
aangegeven.
Het knip
perend segment van het profiel stelt het huidige
segment van de oefening voor. De hoogte van het
knipperende segment geeft de na te streven snel
heid van het huidige segment aan.
Aan het einde van elke segment van de oefening,
zult u een aantal tonen horen en het volgende seg
ment zal beginnen te knipperen.
Als er een ander weerstandsniveau voor het vol
gende segment is geprogrammeerd, dan zal het
weerstandsniveau in de display verschijnen en zal
het weerstandsniveau veranderen.
Als er een andere na te streven snelheid voor het
volgende segment is geprogrammeerd, dan zal de
na te streven snelheid een paar seconden lang in
de matrix verschijnen om u te waarschuwen.
U zult tijdens het oefenen aangespoord worden om
uw trapsnelheid zo dicht mogelijk bij de na te stre
ven snelheid van het huidige segment te houden.
Verhoog uw tempo als er een opwaarts pijltje
op de display verschijnt. Verlaag uw tempo als
een neerwaartse pijl verschijnt. Houd uw huidige
tempo aan als er geen pijltje verschijnt.
18
Profiel