Het PCL- of RPCS-stuurprogramma installeren
A
Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd.
B
Plaats de CD-rom in het CD-rom station.
De installer start.
C
Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [OK].
De standaardinterfacetaal is Engels.
D
Klik op [PCL/RPCS-printerstuurprogramma's].
E
De softwarelicentie-overeenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Ge-
bruiksrechtovereenkomst].
Nadat u de overeenkomst heeft gelezen, klikt u op [Ik accepteer de overeen-
komst.] en vervolgens op [Volgende >].
F
Selecteer in het dialoogvenster [Selecteer het programma] het printerstuurpro-
gramma dat u wilt gebruiken.
U kunt verschillende printerstuurprogramma's selecteren.
G
Klik op [Volgende >].
H
Schakel het selectievakje [Printernaam] in om de printermodellen te selecte-
ren die u wilt gebruiken.
De printernaam kan worden gewijzigd in het venster [Wijzig instellingen voor
'Printernaam'].
I
Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven.
De details die worden weergegeven in [Opmerking],[Stuurprogramma] en [Poort]
zijn afhankelijk van het besturingssysteem, printermodel en de poort.
J
Klik op [Poort] en vervolgens op [Toevoegen].
K
Klik op [Netwerkprinter], en klik vervolgens op [OK].
L
Dubbelklik in het venster [Printer selecteren] op de naam van de computer
die u als printserver wilt gebruiken.
M
Selecteer de printer die u wilt gebruikt en klik op [OK].
N
Controleer of de poort van de geselecteerde printer wordt weergegeven in
[Poort].
O
Stel, indien nodig, de gebruikerscode in.
Voor een RPCS-printerstuurprogramma kunt u een gebruikerscode instellen
na installatie van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over de
gebruikerscode, zie de Help van het printerstuurprogramma.
Een Windows-netwerkprinter gebruiken
1
37