OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Gebruik van autofocus
In het Engels betekent het woord "focus" scherpstellen, dus
Auto Focus betekent automatisch scherpstellen - we zullen
in deze gebruiksaanwijzing echter de technische term
'autofocus' aanhouden. Werking van autofocus begint
wanneer u de sluiterontspanningstoets halverwege indrukt.
Het bereik van autofocus is als volgt.
Bereik: Ca. 40cm – ∞
1.
Houd [ ] (
) ingedrukt totdat de
focusindicator uit de display is verdwenen.
2.
Voer compositie van
het beeld zodanig uit
dat hoofdonderwerp
zich binnen het
scherpstelkader
bevindt en druk
vervolgens de
sluiterontspanningstoets
halverwege in.
• U kunt controleren of op
het beeld scherpgesteld is
door het scherpstelkader
en de groene
bedrijfsindicator te
bekijken.
10 10
1600
1600
1200
1200
NORMAL
NORMAL
IN
1 / 1000
1 / 1000
F2.6
F2.6
04/12 12/24 24
04/
12 12 : 58 58
Scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator
62
Wanneer u dit ziet:
Groen scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator
Rood scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator knippert
3.
Druk de sluiterontspanningstoets nu geheel
in om het beeld op te nemen.
I Automatische panfocus
Wanneer u de sluiter-ontspanningstoets in zijn geheel
indrukt tijdens de automatische scherpstelfunctie zonder te
pauzeren zal de camera onmiddellijk het beeld opnemen
m.b.v. panfocus (pagina 64) zonder te wachten totdat het
automatische scherpstellen (Auto Focus) uitgevoerd is. Dit
maakt het mogelijk voor u die speciale momenten op te
nemen zonder dat u hoeft te wachten voor automatisch
scherpstellen (Auto Focus).
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer "Auto PF" van de "REC" (opname)
tab en druk vervolgens op [ ].
3.
Selecteer de gewenste instelling en druk
vervolgens op [SET].
Dat betekent dit:
Er is scherpgesteld op
het beeld.
Er is niet scherpgesteld
op het beeld.