ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld
Uw camera stelt automatisch de sluitersnelheid in
overeenkomstig de helderheid van het onderwerp. Her
beeld dar u opneemt wordt in het ingebouwde geheugen
van de camera opgeslagen of op een geheugenkaart als
die zich in de camera bevindt.
• Beelden worden opgeslagen op de kaart (pagina 136)
wanneer een los verkrijgbare SD geheugenkaart of een
MultiMediaCard (MMC) in de camera is geladen.
1.
Druk op de spanningstoets of op de [
(REC) toets om de camera in te schakelen.
N/OFF
Spanningstoets
• Hierdoor verschijnt een beeld of een boodschap op
het beeldscherm.
• Hierdoor wordt de opnamefunctie (REC)
ingeschakeld voor het opnemen van beelden.
• Als de weergavefunctie (PLAY) ingeschakeld is bij
2.
Verander de "REC Mode" (opnamefunctie)
]
instelling naar "
• Druk op [MENU] en selecteer de "REC" (opname)
[
]
• De
• U kunt de toetsaanpassingsfunctie gebruiken om een
46
inschakelen van de camera verschijnt de boodschap
"There are no files" (er zijn geen bestanden) als u
nog geen beelden opgeslagen heeft liggen in het
geheugen. Daarnaast zal de
aan de bovenkant van de display. Mocht dit het geval
zijn druk dan op [
] (REC) om de opnamefunctie
(REC) in te schakelen.
Snapshot".
tab m.b.v. de cursortoetsen en vervolgens de "REC
Mode" (opnamefunctie), druk op [ ], selecteer "
Snapshot" en druk vervolgens op [SET]. Zie
"Gebruik van de in-beeld menu's" (pagina 39) voor
details.
(snapshotfunctie) icoon wordt aangegeven in
het beeldscherm terwijl de snapshotfunctie
geselecteerd is.
wijziging van de functie van de cursortoetsen toe te
kennen zodat de "REC Mode" (opnamefunctie)
telkens verandert wanneer u op de [ ] of [ ] toets
(pagina 89) drukt.
icoon zichtbaar zijn