APPENDIX
Symptoom
Het onderwerp is niet
scherp bij het opgenomen
beeld.
De flitser flitst niet.
De camera schakelt
zichzelf langzaam uit
tijdens het aftellen van de
zelfontspanner.
Het beeld op het
beeldscherm is niet scherp.
Opgenomen beelden
worden niet in het
geheugen opgeslagen.
Mogelijke oorzaak
Er was niet scherpgesteld op het beeld.
1)
(flitser uit) is geselecteerd als de
flitsfunctie.
2) De accu is leeg.
3) De filmfunctie (movie) is ingeschakeld bij de
camera.
4) Een scène die
(flitser uit) geselecteert als
de flitsfunctie is geselecteerd bij de Best Shot
functie.
De accu is leeg.
1) U gebruikt de handmatige scherpstelfunctie en
u heeft niet scherpgesteld op het beeld.
2) U probeert de macrofunctie te gebruiken tijdens
het opnemen van een landschap of tijdens het
maken van een portret.
3) U probeert autofocus te gebruiken of de
oneindig-functie (
) te gebruiken bij het
opnemen van een close-up shot.
1) De camera schakelt zichzelf uit voordat het
opslaan van beelden naar het geheugen
voltooid is.
2) Verwijderen van de geheugenkaart voordat het
opslaan voltooid is.
Bij het maken van de compositie van het beeld
dient u er op te letten dat.
1) Selecteer een andere flitserfunctie (pagina 53).
2) Laad de accu op (pagina 28).
3) Selecteer een andere opnamefunctie.
4) Selecteer een andere flitserfunctie (pagina 53)
of een andere BESTSHOT scène (pagina 71).
Vervang de accu (pagina 28).
1) Stel scherp op het beeld (pagina 65).
2) Gebruik autofocus voor het opnemen van
landschappen en voor het maken van
portretten.
3) Gebruik de macrofunctie voor close-ups.
1) Als de accu indicator
accu zo snel mogelijk op te laden (pagina 28).
2) Verwijder de geheugenkaart nooit voordat het
opslaan voltooid is.
189
Handeling
toont, dient u de