3.
Open de ontluchting van de brandstoftank op tanks met handbediende ontluchting.
4.
Zet de dodemansschakelaar op RUN. Zie Algemene informatie - Dodemansschakelaar.
NB: De motor start alleen als de noodstopschakelaar op de stand RUN staat.
5.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
c
a -
vooruit
b -
neutraal
c -
achteruit
NB: Als een nieuwe motor voor het eerst wordt gestart of als een motor is drooggelopen, raadpleeg dan
Voorvullen van de brandstoftoevoermodule.
nld
BEDIENING
19748
19791
b
53
a
51902