Hoofdstuk 8
F 02 Storing aansluiting temperatuurvoeler.
F 03 1. Controleer de kabelboom en stekerverbindingen.
F 04 2. Controleer of de temperatuurvoelers juist zijn aange-
sloten.
3. Controleer of de temperatuurvoelers werkzaam zijn:
bij 25 ºC is de weerstand R circa 12 kΩ; bij het warmer
worden van de temperatuurvoeler gaat de weerstand
R omlaag (< 12 kΩ).
4. Controleer de besturingsunit.
Storing communicatie ruimtethermostaat
1. Controleer of de ruimtethermostaat display-weergave heeft,
sluit eventueel een andere aan op de schakelkast.
2. Controleer of de ruimtethermostaat juist is aangesloten op de
besturingsunit.
3. Controleer de kabelboom en de stekerverbindingen.
4. Controleer de besturingsunit.
Ionisatie valt weg tijdens branden
1. Controleer de gasdruk in de toevoerleiding (20 - 30 mbar)
tijdens ontsteken en branden, ook indien andere gastoestel-
len schakelen.
2. Controleer de inspuiter op vervuiling.
3. Controleer het 'laag' branden van het toestel gedurende
minimaal 20 minuten en verhoog zonodig het minimum
toerental van de rookgasventilator.
Storing aansturen koelcompressor
1. Controleer of de ingestelde temperatuur op de ruimte-
thermostaat lager is dan de omgevingstemperatuur.
2. Controleer of het koelrelais is aangebracht in de schakelkast
Allure.
Kortsluiting
De besturingsunit is uitgevoerd met twee smeltveiligheden;
Zie voor positie en waarde paragraaf 10.1.
In het laagspanningscircuit zitten twee zelfherstellende zekerin-
gen; na het in werking treden duurt het enige tijd voordat deze
zich weer "hersteld" hebben.
Allure
6e druk december 2003
Storingsanalyse
41