Installatievoorschriften Gasgestookte HR-luchtverwarmers Allure met een schonere verbranding besturingsunit versie 4.0 BEWAREN BIJ HET TOESTEL ID-nummer : 63/AQ/0650 Gas-categorie Toestel-categorie : C12/C32 Voordruk I : 20-30 mbar Land : NL...
Toepassing Hoofdstuk 1 1.1 Standaard uitvoering Een toestel uit de Brink Allure-serie is een gasgestookte luchtver- Dit alles zorgt voor een zeer gelijkmatige ruimtetemperatuur, warmer met een Hoog Rendement. Dit betekent dat het toestel waardoor een perfect binnenklimaat wordt gerealiseerd.
Hoofdstuk 2 Uitvoering 2.1 Boven- en onderuitblazend Een luchtverwarmer uit de Allure-serie wordt zowel in bovenuit- blazende- (Upflow) als onderuitblazende (Downflow) uitvoering geleverd. Upflow-uitvoering Downflow-uitvoering 1 = Retourlucht Figuur 1: Principeschets Allure-serie 2 = Warme lucht 4089-0 Allure 6e druk december 2003...
Uitvoering Hoofdstuk 2 2.2 Technische informatie Een luchtverwarmer uit de Allure-serie wordt geleverd voor tevens voldoet het toestel ook aan de machinerichtlijn aardgas. 89/392/EEG, de laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG en de EMC richt- Het toestel is voorzien van het CE-label, afgegeven door GASTEC lijn 89/336/EEG.
Opbouw Hoofdstuk 3 3.2 Functie componenten 1 Rookgasafvoer Afvoerkanaal voor het transporteren van de verbrandingsgassen 2 Resetknop Ontgrendelingsknop voor herstel van de uitgangssituatie 3 Display Uitleesvenster voor een aantal bedrijfssituaties in het toestel, zoals temperatuur 4 Schakelkast Kast met elektronische componenten voor diverse regelingen en bewaking van de veilige werking van het toestel.
Hoofdstuk 4 Werking 4.1 Globale omschrijving Een toestel uit de Brink Allure-serie is een zeer geavanceerde alle verbrandingsomstandigheden voor een constante verhouding luchtverwarmer, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan een tussen de verbrandingslucht-hoeveelheid en de hoeveelheid gas. minimaal energieverbruik. Hieraan dragen de diverse elektroni-...
Pagina 12
Werking Hoofdstuk 4 Getallen boven de honderd worden weergegeven op de laatste • uitleesprogramma (punt knippert), 3 digits van het display (weergegeven is een temperatuur van (zie ook paragraaf 7.2) 120 ºC bij stapnummer b). • storingssignalering (letter “F” en storingsnummer Getallen onder de nul worden weergegeven door het tonen van knipperen tegelijk), een minteken op het tweede digit van het display (weergegeven...
5.7.2. de besturingsunit, die het toestel op het gewenste vermogen laat Voor verdere instellingen van de ruimtethermostaat zie de Brink branden. De besturingsunit geeft ook signalen aan deze ruimte- instructiekaart Allure en de bij de ruimtethermostaat meegelever- thermostaat over het functioneren van het toestel, bijvoorbeeld de gebruiksaanwijzing.
Pagina 14
Werking Hoofdstuk 4 Op de modulerende ruimtethermostaat is een ventilatieschake- laar (zie figuur 4) aangebracht, waarmee de gebruiker een aantal bedrijfssituaties kan instellen: Normaal programma Ventilatiestand uit Systeemventilator geregeld door temperatuurvoeler; bij geen warmtevraag staat de systeemventilator stil Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat Comfortstand normal Systeemventilator geregeld door temperatuurvoeler;...
Hoofdstuk 4 Werking 4.4 Aan/uit ruimtethermostaat Het is mogelijk een Allure-toestel aan te sturen met een aan/uit In een kanalensysteem met een omloopkanaal zal bij het verder ruimtethermostaat in plaats van de modulerende ruimtethermo- openen van de klep in het omloopkanaal de retourtemperatuur staat (zie paragraaf 5.7.2).
Pagina 16
Werking Hoofdstuk 4 A = Koelschakelaar Figuur 5: Positie koelschakelaar op ruimtethermostaat B = Indicatie “koelschakelaar aan” 4723-0 Er wordt uitgebreider ingegaan op de Allure-serie met koeling in het installatievoorschrift Allure met koeling. Allure 6e druk december 2003...
Hoofdstuk 5 Installeren 5.1 Installeren algemeen 5.1.1 Plaatsen toestel Voor het openen van het toestel moet men eerst beide gekleurde • Plaats het toestel in een vorstvrije ruimte. strips naar zich toe trekken uit de klembevestiging; hierna kan men het voordeksel losschroeven. Bij het op de plek zetten van •...
• De producten voor het luchttoevoer- en rookgasafvoer- sch/IP/239, Gastec Technology) en bewijst daarmee een ver- systeem met label ‘Brink HR’ zijn gemaakt van een hoog- wachte levensduur van minimaal 15 jaar te hebben, toegepast waardige kwaliteit kunststof polypropyleen (PP).
Pagina 19
Hoofdstuk 5 Installeren 4109-E 5239-A Figuur 7: Horizontaal parallel toe- en afvoersysteem Allure-toestel 1 = Verbrandingslucht 2 = Rookgassen Lengte parallel luchttoevoer- en rookgas- afvoersysteem Opmerking: Toestel Enkelwandig Ø80 Indien men een afwijkende situatie heeft ten opzichte van de Maximale lengte L* [m] in dit installatie- voorschrift beschreven omstandigheden, wordt geadviseerd contact op te nemen met de fabrikant voor B - 16 HR(D)
Pagina 20
Installeren Hoofdstuk 5 Montagehandleiding parallel luchttoevoer- en rook- gasafvoersysteem min. 3° min. 3° (=55 mm / m) (=55 mm / m) Figuur 8: Montagehandleiding horizontaal en verticaal parallel toe- en afvoersysteem 5270-0 Allure 6e druk december 2003...
Installeren Hoofdstuk 5 Lengte concentrisch luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Per bocht (R/D = 0,5) geldt een equivalente lengte van: Toestel Enkelwandig 80/125 Maximale lengte L* [m] Bocht 45° 1,00 m Bocht 90° 3,00 m B - 16 HR(D) Opmerking: B - 25 HR(D) Indien men een afwijkende situatie heeft ten opzichte van de B - 40 HR(D) in dit installatievoorschrift beschreven omstandigheden, wordt...
• Het is noodzakelijk dat elk toestel is voorzien van een filter. om opname van vocht uit de omringende lucht te voor- komen. Uitgebreidere informatie staat in de richtlijnen, die in de Brink ontwerphandleiding en montagehandleiding worden vermeld. • Leg retourkanalen altijd zodanig dat het geen geluidssluizen worden, dus geen rechte verbinding tussen twee vertrekken.
Doorvoer gasleiding Doorvoer netvoedingskabel 230 V Doorvoer netvoedingskabel 230 V Doorvoer gasleiding Doorvoer ruimtethermostaatkabel Doorvoer luchttemperatuurvoeler Doorvoer condenswaterafvoer Doorvoer condenswaterafvoer 5.4.2 Montage De montage van warmeluchtverdeelkast, filterkast, podium en luchtkanalen staat beschreven in de Brink montagehandleiding. Allure 6e druk december 2003...
Installeren Hoofdstuk 5 5.5 Gasaansluiting De maat en het verloop van de gastoevoer dienen in overeen- Geadviseerd wordt om een losneembare koppeling direct buiten stemming te zijn met de voorschriften van het plaatselijke het toestel te plaatsen in verband met eventuele latere demonta- Energiebedrijf en de voorschriften voor aardgasinstallaties.
De Allure-serie wordt geleverd zonder de bijbehorende module- rende ruimtethermostaat. Deze moet apart worden besteld. Om alle functies optimaal te kunnen benutten, dient de Brink modulerende thermostaat te worden aangesloten. Een andere modulerende ruimtethermostaat functioneert niet in combinatie met de elektronische regeling van het toestel. De ruimtethermo- staat wordt aangesloten op aansluiting C.
Installeren Hoofdstuk 5 5.7.3 Aansluiten en plaatsen temperatuurvoeler Voor het optimaal functioneren van de elektronische regelingen gevolg. Wordt met de temperatuurvoeler een te hoge tempe- in het Allure toestel is het belangrijk dat de temperatuurvoeler op ratuur gemeten, dan zal de temperatuur van de lucht uit de de juiste plaats in het luchtkanaal gemonteerd is.
Hoofdstuk 5 Installeren Montage: De temperatuurvoeler en de bijbehorende kabel worden los bij het toestel meegeleverd. Verwijder de blinde tule uit het zij- paneel van het toestel en voer de kabel op de gewenste plaats (zie paragraaf 5.4) door de mantel van het toestel. Monteer de tule van de kabel.
• moduleren, alleen op maximale capaciteit ‘spanningsvrij’ contact nodig, bijvoorbeeld de Chronotherm IV. • energiezuinige componenten Op de Brink Chronotherm IV is ook een ventilatieschakelaar aan- • installatie- en gebruikersvriendelijk. wezig. De gekoppelde toestellen zullen een aan-uit gedrag vertonen. Tijdens het aanwarmen zullen de toestellen met het...
Hoofdstuk 6 In werking stellen 6.1 In- en uitschakelen toestel Inschakelen van het toestel 1. Schakel de netvoeding in. Komt de brander na een aantal startpogingen niet in, dan is dit op het display af te lezen door middel van een vergrendelende 2.
In werking stellen Hoofdstuk 6 6.2 Instellen uitblaastemperatuur Voor het optimaal functioneren van het Allure-toestel zal een uit- 4. Druk op de ‘STORE’-toets. De ingestelde waarde zal 1x knip- blaastemperatuur ingesteld moeten worden, zoals die is vastge- peren ter bevestiging dat de gewijzigde waarde in het ge- legd in de ontwerpgegevens.
Pagina 33
Hoofdstuk 6 In werking stellen Het wijzigen van de minimale en maximale luchthoeveelheid en 4. Verander de diverse instellingen naar de gewenste waarde indien van toepassing de luchthoeveelheid voor koeling is in het met de ‘+’-toets of de ‘-’-toets. Voor fabrieksinstelling en in- instelprogramma op de volgende wijze mogelijk: stelbereik, zie de tabel inspectierapport.
In werking stellen Hoofdstuk 6 6.4 Inregelen van de luchthoeveelheid op de roosters Zet de ruimtethermostaat 5 ºC hoger dan de omgevingstempera- 3. Begin het inregelen met de roosters welke de grootste posi- tuur, zodat het toestel maximaal gaat branden. tieve afwijking vertonen met de gewenste berekende lucht- hoeveelheid.
Pagina 35
Hoofdstuk 6 In werking stellen 7. Leg de luchthoeveelheid met de bijbehorende druk van de 8.2 Stel m.b.v. ‘+’ en de ‘-‘ toets de code in op 006; begin hier- systeemventilator vast in het geheugen (= systeemcurve) bij bij met de ‘+’-toets. een schoon filter.
Deze instellingen kunnen slechts gewijzigd instellingen overleg plaats vinden met Brink. worden na invoeren van de toegangscode. Allure 6e druk december 2003...
Hoofdstuk 6 In werking stellen 6.6 Buitenlucht toestel Om het toestel als een buitenluchttoestel te laten werken, zullen 5. Druk nogmaals op ‘MODE’-toets; er brand nu een punt in een aantal instellingen van het programma in de besturingsunit linkerdeel van het display. Het instelnummer (met punt) en de gewijzigd moeten worden.
Pagina 38
In werking stellen Hoofdstuk 6 Stapnummer 12 Programma selectie normaalbedrijf/ buitenluchtprogramma Positie 3-standen schakelaar Buitenluchtprogramma 1 Buitenluchtprogramma 2 Buitenluchtprogramma 3 op ruimtethermostaat stand “ ( ) “ - systeemventilator draait - systeemventilator draait - systeemventilator draait afhankelijk van uitblaas- afhankelijk van instelling altijd continu op min.
LED weergave-systeem Hoofdstuk 7 7.1 Algemene verklaring display Op het display kan uitgelezen worden wat de bedrijfssituatie van Afhankelijk van de keuze met de “MODE” toets kunnen op het het toestel is. display de volgende programma’s afgelezen worden: Ook kunnen met het display diverse instellingen zichtbaar •...
Pagina 41
Hoofdstuk 7 LED weergave-systeem Uitleesprogramma Met het uitleesprogramma kan de installateur of gebruiker een 3. Indien de uitleeswaarde groter is dan 2 cijfers wordt eerst aantal actuele waarden van sensoren oproepen om meer infor- gedurende 1 seconde het stapnummer weergegeven; hierna matie te krijgen over de werking van het toestel.
LED weergave-systeem Hoofdstuk 7 7.3 Storingssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt. Storingstabel vergrendelcode Storingsnummer Omschrijving Gevolg/ actie F 01 Temperatuur T1 of T2 boven max. beveiliging - T1/T2 controleren/ vernieuwen - Resetten toestel F 02 Temperatuurvoeler T1/T2 kortgesloten of...
Hoofdstuk 7 LED weergave-systeem In de storingstabel vergrendelcode is een omschrijving gegeven vergrendelende storing. Een blokkerende storing wordt met een van de storingsnummers. ‘E’ weergegeven op het display. Bij storingen zal op het display een ‘F’ met storingsnummer knip- Met het uitschakelen van de netvoeding is een vergrendelende peren.
LED weergave-systeem Hoofdstuk 7 Storingstabel alarmcode systeemventilator Alarmcode nr. Omschrijving Geen detectie systeemventilator Check bedrading en selectie systeemventilator; controleer ventilator-interface op werking en eventueel vervangen Geen stabiel punt bereikt tijdens bepaling Systeemcurve opnieuw bepalen systeemcurve Druk te hoog Kanalen, kleppen en filters inspecteren op verstopping Toerental systeemventilator lager dan 20 tpm Controleer systeemventilator en ventilator-interface Systeemventilator kan niet hoger...
Storingsanalyse Hoofdstuk 8 8.1 Storingsanalyse Een vergrendeling van de besturingsunit kan alleen 3. Controleer het starttoerental van de rookgas- worden opgeheven met de resetknop! ventilator. Let ook op het probleemloos ronddraaien Als na drukken op de resetknop de storing blijft aanhouden, zal van de rookgasventilator en eventuele ‘aanloop- met behulp van de storingsanalyse de oorzaak van de storing geluiden’.
Pagina 46
Hoofdstuk 8 Storingsanalyse F 02 Storing aansluiting temperatuurvoeler. Storing aansturen koelcompressor F 03 1. Controleer de kabelboom en stekerverbindingen. 1. Controleer of de ingestelde temperatuur op de ruimte- F 04 2. Controleer of de temperatuurvoelers juist zijn aange- thermostaat lager is dan de omgevingstemperatuur. sloten.
Onderhoud Hoofdstuk 9 9.1 Onderhoud gebruiker Het onderhoud voor de gebruiker blijft beperkt tot het periodiek 3. Schakel de netvoeding uit. reinigen van het filter. Afhankelijk van de stofproductie in de woning wordt in eerste 4. Neem het filter uit het toestel en maak het schoon met instantie geadviseerd het filter iedere maand te reinigen.
Onderhoud Hoofdstuk 9 9.2 Onderhoud installateur Het onderhoud door de installateur dient eenmaal per jaar plaats te vinden. Voor onderhoud zie onderstaand blokschema. 4714-D Allure 6e druk december 2003...
Elektrische schema’s Hoofdstuk 10 10.6 Aansluiten 24 volt E1978-0 10.7 Aansluiten extra temperatuurvoeler E1979-0 10.8 Aansluiten op universele ingang E2028-0 Allure 6e druk december 2003...
Elektrische schema’s Hoofdstuk 10 10.10 Aansluitschema koppelen Allure met Brink Chronotherm IV E1981-0 Allure Allure 6e druk december 2003 6e druk december 2003...
Elektrische schema’s Hoofdstuk 10 10.12 Brandbeveiliging Als extra is voor alle luchtverwarmers uit de Allure-serie een temperatemperatuur stijgt boven de 32 ºC. brandbeveiligingsset leverbaar. Bij het in werking treden van de brandmelder wordt de netvoe- Deze wordt geplaatst in de netvoeding van de luchtverwarmer. ding naar de luchtverwarmer afgesloten, terwijl tegelijkertijd een Een separate brandmelder signaleert wanneer de omgevings- akoestische signaalgever wordt ingeschakeld.
Type luchtverwarmer, serienummer en bouwjaar staan vermeld op de opschriftplaat, die in het toestel is geplaatst. Wijzigingen voorbehouden Brink Climate Systems B.V. streeft steeds naar verbetering van producten en behoudt zicht het recht voor zonder vooraf- gaande kennisgeving veranderingen in de specificaties aan te brengen.
INSPECTIERAPPORT Stap nr. Omschrijving Compu- Basisinstelling Instelbereik wijz. A wijz. B tercode B16 datum: datum: T3 set (max. uitblaastemp.) 10 ºC t/m 70 ºC Minimum lucht instelling 200-2500 m Maximum luchtinstelling 1450 2350 500-3500 m Koeling luchtinstelling 1350 2100 3400 200-3500 m Selectie systeemventilator 51 (communicatie) of 83 (PWM)
90/396/EEG, de machinerichtlijn 89/392/EEG, de laagspanningrichtlijn 73/23/EEG en de EMC-richtlijn 89/336/EEG. Brink Climate Systems B.V. staat er garant voor dat de Allure-luchtverwarmers worden vervaardigd uit hoogwaardige materialen en dat deze door de voortdurende kwaliteitscontrole aan de bovengenoemde richtlijnen voldoen.