Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toepassing; Standaard Uitvoering 1; Buitenlucht Uitvoering 1 - Brink Allure Series Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Toepassing

1.1 Standaard uitvoering
Een toestel uit de Brink Allure-serie is een gasgestookte luchtver-
warmer met een Hoog Rendement. Dit betekent dat het toestel
minder gas verbruikt dan vergelijkbare toestellen en de uitstoot
van schadelijke stoffen tot een minimum wordt beperkt. Ook is
het opgenomen elektrische vermogen sterk gereduceerd door ge-
bruik te maken van gelijkstroomventilatoren met een hoog elek-
trisch rendement onder alle gebruiksomstandigheden en het toe-
passen van geavanceerde elektronische regelsystemen.
Het toestel kan traploos het afgegeven vermogen moduleren tus-
sen de 25 en 100%. Een modulerende ruimtethermostaat meet
het verschil tussen de ingestelde temperatuur en de werkelijke
temperatuur. Aan de hand van het verschil wordt het benodigde
vermogen bepaald om de ruimte snel op de gewenste tempera-
tuur te brengen en te houden. De besturingsunit zal het signaal
van de modulerende ruimtethermostaat verwerken en de stand
van de traploos geregelde brander bepalen. De luchthoeveelheid
wordt aangepast aan de uitblaastemperatuur van het toestel.
1.2 Buitenlucht uitvoering
Bij een toestel in buitenlucht uitvoering is een buitenluchtkanaal,
eventueel voorzien van een wisselklep, aangesloten op het re-
tourkanaal. Daarbij kan het toestel in deze uitvoering van 0 tot
100% buitenlucht aanzuigen, afhankelijk van de stand van de
wisselklep.
In deze uitvoering wordt naast het onderhouden van de ruimte-
temperatuur eveneens de ventilatielucht op een vooraf ingestelde
minimum temperatuur gehouden.
Om het toestel als een buitenluchttoestel te laten functioneren,
Dit alles zorgt voor een zeer gelijkmatige ruimtetemperatuur,
waardoor een perfect binnenklimaat wordt gerealiseerd.
Het toestel wordt gebruiksklaar afgeleverd. Alle regelapparatuur
is fabrieksmatig gemonteerd en gecontroleerd. Het toestel moet
bij plaatsing worden verbonden met het rookgasafvoerkanaal,
het verbrandingsluchttoevoerkanaal, de systeemluchtkanalen, de
gasleiding, de condensafvoer, het elektriciteitsnet, de ruimtether-
mostaat en de temperatuurvoeler in het uitblaaskanaal.
Aangezien het toestel zelf het benodigde vermogen voor het ver-
warmen bepaalt, kan de installateur dit niet wijzigen met de in-
stelling van de gasdruk.
Het toestel is fabrieksmatig ingesteld op een standaard program-
ma. De gebruiker kan met een ventilatieschakelaar op de ruimte-
thermostaat kiezen uit een drietal bedrijfssituaties van het toe-
stel. Voor de werking van de ruimtethermostaat met de
ventilatieschakelaar zie paragraaf 4.3.
zal de installateur een aantal parameters in het programma van
de besturingsunit moeten veranderen met het bedieningspaneel
op het toestel, na invoering van een toegangscode (zie ook para-
graaf 6.6). Op het display zijn de ingestelde waarden af te lezen.
Voor de werking van de ruimtethermostaat met de ventilatiescha-
kelaar bij een buitenluchttoestel zie paragraaf 4.3. In paragraaf
10.3 is een voorbeeld weergegeven waarbij een motorbediende
buitenluchtklep wordt aangestuurd en waarbij tevens de juiste
stand van de systeemventilator wordt gekozen.
Allure
6e druk december 2003
Hoofdstuk 1
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave