Dit is b.v. het geval bij stadsverwarming of bij de aanwezigheid van een C.V.-ketel. Dit installatievoorschrift betreft de toestellen van het type B-14 IN (D) t/m B-40 IN (D). De Brink indirectgestookte luchtverwarmers type IN worden in zowel bovenuitblazende (Upflow) als onderuitblazende uitvoering (Downflow) uitvoering geleverd.
1. Uitvoering 1.2 Regeling De indirectgestookte luchtverwarmers type IN worden standaard geleverd met een regelkastje, waarin geplaatst is een regeltrafo, een ventilatorregeling en de benodigde aansluitklemmen voor 230 Volt voeding. De ventilatorregeling bestaat uit een thermostaat welke de systeemventilator naar een hoger toerental schakelt indien de lucht in het toestel voldoende is opgewarmd.
1. Uitvoering 1.4 Warmeluchtverdeelkasten Voor de Brink luchtverwarmers, type IN, zijn standaard warmeluchtverdeelkasten beschikbaar. Deze worden bij een Up- of Downflow-toestel resp. op of onder het toestel geplaatst. Aan deze warmeluchtverdeelkasten worden de diverse kanalen aangesloten. T.b.v. bevestiging van deze warmeluchtverdeelkasten wordt bij de Upflow-toestellen een zgn. S-strip meegeleverd.
2. Installeren 2.1 Plaatsen toestel Bij de plaatsbepaling van de luchtverwarmer moet men rekening houden met de volgende punten: Zo dicht mogelijk bij de warmwatertoe/afvoer. Zo centraal mogelijk t.o.v. de luchtkanalen. Op een toegankelijke plaats waar voldoende ruimte is voor service. Plaats het toestel in een vorstvrije ruimte.
Breng een vochtafsluitende laag om het isolatiemateriaal aan om opname van vocht uit de omringende lucht te voorkomen. Zorg altijd voor voldoende geluiddempende voorzieningen tijdens het ontwerpen van het kanalensysteem. Uitgebreidere informatie staat in de richtlijnen, die in de Brink ontwerphandleiding worden vermeld. Installatievoorschriften IN-serie maart 2003...
2. Installeren 2.6 Elektrische aansluitingen 2.6.1 Aansluiten netvoeding De elektrische aansluitingen dienen door een erkend installateur te geschieden overeenkomstig de eisen van het plaatselijk energiebedrijf. Het toestel moet worden aangesloten op een elektrische voeding van 230 V.~ 50 Hz met aardleiding. De aansluiting kan zijn een dubbelpolige werkschakelaar met contactopening van tenminste 3 mm en aardcontact of een wandcontactdoos met randaarde.
2. Installeren 2.7 Aansluitmogelijkheden 2.7.1 Aansluitingen IN-serie upflow a = doorvoer wateraansluiting (toevoer) b = doorvoer wateraansluiting (retour) c = doorvoer thermostaatkabel B-14 IN d = doorvoer voeding (230 V.) B-20/26 IN B-33 IN B-40 IN 4011 Figuur 3. Aansluitpunten IN-serie Upflow. Installatievoorschriften IN-serie maart 2003...
2. Installeren 2.7.2 Aansluiten IN-serie downflow B-14 IND B-20/26 IND B-33 IND B-40 IND a = doorvoer wateraansluiting (toevoer) b = doorvoer wateraansluiting (retour) c = doorvoer thermostaatkabel d = doorvoer voeding (230 V.) 4012 Figuur 4. Aansluitpunten IN-serie Downflow Installatievoorschriften IN-serie maart 2003...
3. In werking stellen 3.1 In- en uitschakelen toestel Inschakelen van het toestel Stel ruimtethermostaat laag. Verwijder het voorpaneel. Overtuig u ervan dat de afsluiters van het stadsverwarmingnet zijn geopend of toestel in bedrijf is gesteld, in geval van een eigen warmwater C.V.-toestel. Schakel de elektriciteit in.
3. In werking stellen 3.3 Inregelen van het luchtverwarmingssysteem Benodigde gereedschap: 2 insteekthermometers van -10 C tot 110 1 luchtsnelheidsmeter 3.3.1 Inregelen van het temperatuurverschil ΔT over luchtverwarmer 1. Stel de luchtverwarmer in bedrijf en laat het toestel minstens 15 minuten in bedrijf met de systeemventilator in hoogstand.
3. In werking stellen 1 = Aarde aansluitingen 2 = Laag ventilator toerental 3 = Hoog ventilator toerental 4650 Figuur 5. Regeltransformator. 3.3.2 Inregelen van de luchthoeveelheid 1. Ook hier geldt dat het systeem stabiel moet zijn voordat men verder gaat inregelen. 2.
3. In werking stellen 3.4 Afstellen ventilatorthermostaat De ventilatorthermostaat moet worden afgesteld op ca. 30 à 40 (zie hiervoor onderstaande tabel). Instelling Schakeltemperatuur ventilatorthermostaat ca. 25 °C ca. 35 °C ca. 45 °C ca. 50 °C ca. 60 °C ca. 70 °C ca.
4. Onderhoud 4.1 Onderhoud gebruiker Het onderhoud voor de gebruiker blijft beperkt tot het periodiek reinigen van het filter. Afhankelijk van de stofproductie in de woning wordt in eerste instantie geadviseerd het filter iedere maand te reinigen. Het filter kan aan de voorzijde uit het toestel worden gehaald. Reinigen van het filter door de gebruiker 1.
5. Elektrische schema's 5.4 Bedradingsschema met 24 volt transformator E1808 Figuur 9. Bedradingsschema IN-serie met 24 volt transformator Installatievoorschriften IN-serie maart 2003 -17-...
5. Elektrische schema's 5.5 Brandbeveiliging Als extra is voor alle IN(D) luchtverwarmers een brandbeveiligingsset leverbaar. Deze wordt geplaatst in de netvoeding van de luchtverwarmer. Een separate brandmelder signaleert wanneer de omgevingstemperatuur stijgt boven de 32 Bij het in werking treden van de brandmelder wordt de netvoeding naar de luchtverwarmer afgesloten, terwijl tegelijkertijd een akoestische signaalgever wordt ingeschakeld.
Type luchtverwarmer, serienummer en bouwjaar staan vermeld op de opschriftplaat, die in het toestel is geplaatst. Wijzigingen voorbehouden Brink Climate Systems B.V. streeft steeds naar verbetering van producten en behoudt zicht het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving veranderingen in de specificaties aan te brengen. Installatievoorschriften IN-serie...
89/392/EEG, de laagspanningrichtlijn 73/23/EEG en de EMC-richtlijn 89/336/EEG. Brink Climate Systems B.V. staat er garant voor dat deze IN-serie luchtverwarmers worden vervaardigd uit hoogwaardige materialen en dat deze door de voortdurende kwaliteitscontrole aan de bovengenoemde richtlijnen voldoen.
Pagina 25
Brink Climate Systems B.V. Postbus 24, 7950 AA Staphorst R.D. Bügelstraat 3, 7951 DA Staphorst E-mail: info@brinkclimatesystems.nl www.brinkclimatesystems.nl Tel. 0522 46 99 44 610335 Fax. 0522 46 94 00 11e druk, maart 2003...