Installeren
5.5 Gasaansluiting
De maat en het verloop van de gastoevoer dienen in overeen-
stemming te zijn met de voorschriften van het plaatselijke
Energiebedrijf en de voorschriften voor aardgasinstallaties.
De gastoevoerleiding wordt standaard rechts het toestel
ingevoerd.
Links aansluiten is mogelijk door een gat in het linker zijpaneel.
Opmerking
Het gat in het rechterpaneel moet dan luchtdicht worden af-
gesloten. Verwissel hiervoor de tules van het linker en het
rechter zijpaneel.
De gastoevoerleiding wordt met
de beveiligingsafsluiter in het toestel aangesloten.
5.6 Condenswaterafvoer
Er dient voor de juiste werking van het toestel een condens-
waterafvoer te worden aangesloten.
Het toestel is daarvoor aan de rechterzijde in het casco voorzien
van een sifon met een standaard uitvoer in het rechter zijpaneel.
Op de sifon kan de afvoer naar buiten worden aangesloten.
Ook kan de afvoer door het linkerzijpaneel gevoerd worden.
Daartoe moet de sifon 180º worden gedraaid. Het stuk afvoer
binnen het toestel moet echter losneembaar worden gemonteerd
in verband met demontage van andere componenten in het toe-
stel.
Let na uitvoer aan de linkerzijde er wel op dat met behulp van de
blinde tule het gat aan de rechterzijde wordt afgedicht. Verwissel
hiervoor de tules van het linker en het rechter zijpaneel.
De aansluiting op de condenswaterafvoer heeft een diameter van
32 mm.
Voor de juiste werking van het toestel moet de condenswateraf-
voer open op het waterafvoersysteem worden aangesloten,
voorzien van een trechter en een extra stankafsluiter of sifon
(zie figuur 15). De condenswaterafvoer van het toestel mag nooit
worden afgedicht.
Figuur 15: Aansluiten condenswaterafvoer op
de binnenriolering
1
/
"-aansluiting rechtstreeks op
2
4103-A
Allure
6e druk december 2003
Geadviseerd wordt om een losneembare koppeling direct buiten
het toestel te plaatsen in verband met eventuele latere demonta-
ge van diverse onderdelen in het toestel.
Bij het afpersen van de gastoevoerleiding moet de beveiligings-
afsluiter nog niet zijn aangesloten of de gastoevoer moet voor de
beveiligingsafsluiter zijn afgesloten, dit in verband met beschadi-
gen van de beveilingsafsluiter. De maximale druk voor het af-
persen bedraagt 125 mbar.
Waarschuwing
Ontlucht de gasleiding voor het in werking stellen van het
toestel.
Waarschuwing
Wanneer het toestel geplaatst is, moet de sifon worden gevuld
met water.
Het condenswater kan zonder bezwaar via de binnenriolering
worden afgevoerd (NEN 3287).
Het lozen op de dakgoot is niet mogelijk in verband met
bevriezingsgevaar.
Waarschuwing
Bij een buitenluchttoestel in Upflow uitvoering moet de sifon
buiten het toestel worden geplaatst in verband met bevrie-
zingsgevaar! Voor het bevestigen van de sifon aan de buiten-
zijde van het toestel is een speciale ombouwset (artikelcode
531042) leverbaar met daarin: extra lange condensafvoer, een
bevestigingsbeugel en isolatiematerialen.
1 = Toestel
2 = Trechter
3 = Stankafsluiter
4 = Standleiding / binnenriolering
5 = Afvoerleiding op afschot
Hoofdstuk 5
21