Werking
Op de modulerende ruimtethermostaat is een ventilatieschake-
laar (zie figuur 4) aangebracht, waarmee de gebruiker een aantal
bedrijfssituaties kan instellen:
-
normal
-
-
Is het toestel door de installateur als buitenluchttoestel ingesteld
(zie ook paragraaf 6.6), dan heeft de ventilatieschakelaar de vol-
gende functies:
instelprogramma
stap nr. 10
stap nr. 12
stap nr. 13
-
-
normal
-
instelprogramma
stap nr. 10
stap nr. 12
stap nr. 13
-
-
normal
-
Ventilatiestand uit
Systeemventilator geregeld door temperatuurvoeler; bij geen warmtevraag staat de systeemventilator stil
Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Comfortstand
Systeemventilator geregeld door temperatuurvoeler; bij geen warmtevraag systeemventilator continu op
minimum luchthoeveelheid
Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Verhoogde ventilatiestand
Systeemventilator continu op maximaal ingestelde luchthoeveelheid
Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Systeemventilator geregeld door temperatuurvoeler; bij geen warmtevraag staat de systeemventilator stil.
Brander modulerend vlgs warmtevraag ruimtethermostaat
De systeemventilator continu op maximaal ingestelde luchthoeveelheid.
Minimale uitblaastemperatuurregeling. Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Systeemventilator continu op maximaal ingestelde luchthoeveelheid
Geen minimum uitblaastemperatuurregeling
Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Systeemventilator geregeld door temperatuurvoeler; bij geen warmtevraag continu op minimum lucht-
hoeveelheid
Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Systeemventilator continu op maximaal ingestelde luchthoeveelheid
Minimale uitblaastemperatuurregeling. Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Systeemventilator continu op maximaal ingestelde luchthoeveelheid.
Geen minimum uitblaastemperatuurregeling
Brander modulerend volgens warmtevraag ruimtethermostaat
Allure
Normaal programma
Buitenlucht regeling
instelling
00
01
10 t/m 60 ºC
instelling
01
01
10 t/m 60 ºC
6e druk december 2003
Hoofdstuk 4
9