Belangrijk
De riemgeleiders niet van de poelie af
buigen. De ruimte tussen de riemgeleiders en de rand van
de poelie mag maximaal 3 mm bedragen, zodat de riem
tijdens het gebruik om de poelie blijft zitten. Als de ruimte
meer dan 3 mm is, moet u de riemgeleides bijstellen en
goed vastzetten. De riemgeleiders mogen geen contact
maken met de poelie.
9. Monteer de bevestigingsbeugels van het maaidek op de
vooras met behulp van de bouten en borgmoeren
(Fig. 42).
1
3
Figuur 42
1. Bevestigingsbeugel
2. Bout, 5/16 x 2-1/2 inch
10. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "A".
11. Schuif het uiteinde van de lange stang door het gat in de
bevestigingsbeugel (Fig. 43).
2
4
Figuur 43
1. R-pen en ring
2. Lange stang
3. Stelbeugel
12. Monteer de ring en de R-pen om de stang vast te zetten
op zijn plaats. Herhaal dit aan de andere kant van het
maaidek.
13. Monteer de stelbeugel op de pen aan de maaihoogte-
beugel (Fig. 43). Monteer de ring en de R-pen om het
maaidek vast te zetten. Herhaal dit aan de andere kant
van het maaidek.
2
m-4630
3. Borgmoer
1
1
3
1805
4. Bevestigingsplaat van
maaidek
34
14. Kijk onder de machine en haal de maaikoppelingskabel
uit de framerail.
15. Verwijder de rubberen wisser en de eerste contramoer
(Fig. 44).
4
1
5
Figuur 44
1. Maaikoppelingskabel
2. Sleuf in
bevestigingsbeugel
3. Ring aan kabeleind
16. Plaats de tweede contramoer helemaal op de
maaikoppelingskabel (Fig. 44).
17. Leid de kabel door de sleuf in de bevestigingsbeugel en
plaats de tweede moer op de kabel (Fig. 44).
18. Bevestig het uiteinde van de maaikoppelingskabel aan
de veer (Fig. 44).
19. Zet de maaikoppelingshendel op het dashboard op
Ingeschakeld.
20. Meet de afstand tussen de uiteinden van de haak van de
veer (Fig. 45).
21. Draai aan de contramoeren totdat de uiteinden van de
haak 150 mm van elkaar zijn (Fig. 45).
1
2
Figuur 45
1. Maaikoppelingskabel
2. Veer
6
2
3
m–2384
4. Veer
5. Contramoer
6. Rubberen wisser
3
4
m-2385
3. Contramoer
4. 150 mm, ingeschakeld