4. Schakel de aftakas uit, zet de tractiepedaal in de
neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en start de
motor. Als de motor loopt, schakelt u de aftakas in en
zet u het tractiepedaal in de Achteruit-stand. De motor
moet stoppen.
5. Schakel de aftakas uit, zet de tractiepedaal in de
neutraalstand, stel de parkeerrem in werking. Start de
motor, schakel de aftakas in, draai het KeyChoice-
sleuteltje om en laat dit weer los. Het waarschuwings-
lampje voor werken in de achteruit-stand hoort nu op te
lichten.
6. Schakel de aftakas uit: Het waarschuwingslampje voor
werken in de achteruit-stand moet nu doven.
De machine met de hand
duwen
Belangrijk
U moet de machine altijd met de hand
duwen. U mag de machine nooit slepen. Dit kan schade aan
de transaxle veroorzaken.
De machine duwen
1. Schakel de aftakas uit.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
3. Verwijder het contactsleuteltje.
4. Zet de aandrijfstang uit de stand Duwen.
Opmerking: Hierdoor wordt het aandrijfsysteem
uitgeschakeld en kunnen de wielen vrij draaien
(Fig. 12).
2
Figuur 12
1. In Werking
Gebruik van de machine
Zet de aandrijfhendel in de stand In Werking. Hierdoor
wordt het aandrijfsysteem ingeschakeld (Fig. 12).
1
m-4974
2. Stand Duwen
18
Opmerking: U kunt de machine uitsluitend laten rijden als
de aandrijfhendel in de stand In Werking staat.
Vooruit en achteruit rijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de
gashendel op Snel om de beste prestaties te verkrijgen.
Om vooruit of achteruit te rijden:
1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten,
blz. 14.
2. Zet uw voet op het tractiepedaal en trap de bovenkant
van het pedaal langzaam in om vooruit te rijden of trap
de onderkant van het pedaal in om achteruit te rijden
(Fig. 13).
Opmerking: Hoe verder u het tractiepedaal intrapt (in
beide richtingen), des te sneller zal de machine in de
gewenste richting rijden.
3
Figuur 13
1. Tractiepedaal
2. Vooruit
Opmerking: Om langzamer te rijden, laat u het
tractiepedaal opkomen.
Belangrijk
Om schade aan de transmissie te voor-
komen, moet u altijd eerst de parkeerrem vrij zetten
alvorens het tractiepedaal te bewegen.
De machine stoppen
1. Laat de tractiepedaal opkomen.
2. Schakel de aftakas uit.
3. Draai het contactsleuteltje op Uit om de motor af te
zetten.
4. Als u de machine onbeheerd laat, moet u tevens de
parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in
werking stellen, blz. 14.
5. Verwijder het sleuteltje uit het contact.
2
1
1861
3. Achteruit