UITLEG BIJ DE TABEL VAN DE PARAMETERS VOOR DE INSTALLATEUR
Uitleg op het niveau installateur
Uitleg bij de tabel 9
H505 (TkSnorm)
Theoretische keteltemperatuur bij
een genormaliseerde BT
Noodzakelijke instelling!
Voorbeeld:
Maximale begrenzing van de
aanvoertemperatuur
Veiligheidsfunctie bij
vloerverwarming
H510 (TuebBw)
Overschatting van de theoretische
keteltemperatuur voor een sww-
heropwarming
H514 (TuebVor)
Bovenwaarde van de theoretische
keteltemperatuur bij een kring met
mengkraan
H516 (THK)
Omschakeltemperatuur
zomer/winter
Zomer/winter omschakeling:
Stopzetting van de omschakeling!
De ketel is in de fabriek vóórgeregeld voor een correcte werking welke
gewoonlijk geen enkele wijziging vergt.
1)
Sommige parameters (zie
installateur), specifiek aan de verwarmingsinstallatie, moeten nochthans
geoptimaliseerd worden.
Opmerking: De parameters met een
exceptionele gevallen dienen gewijzigd te worden en dan nog indien dit
alsoluut noodzakelijk !
De instelling van de parameters gebeurt met de ketelsturingsmodule KBM.
De maximale theoretische keteltemperatuur voor de verwarmingskring met
modulerende pomp. Deze waarde neemt als referentie een conceptioneel punt
van een genormaliseerde buitentemperatuur, prog. n° H519 (TiAussenNorm).
Een systeem 70/50 is ontworpen voor een maximale keteltemperatuur van
70°C bij een genormaliseerde buitentemperatuur (lagere buitentemperatuur).
Daarom moet de waarde TkSnorm ingesteld worden op 70°C voor een systeem
70/50.
Bij een rechtstreekse aansluiting van, bv. van een vloerverwarming op de ketel,
moet de toegelaten keteltemperatuur ingesteld worden in het prog. n° H505. De
stooklijn moet al dusdanig gewijzigd worden in het prog. n° H532/H533.
Deze instelling staat niet voor een veiligheidsfunctie, welke bv. noodzakelijk
bij een vloerverwarming, door een mechanische thermostaat geplaatst op de
aanvoer stroomopwaarts van de pomp, moet verzekerd worden.
Een daadwerkelijke sww heropwarming is aldus verzekerd.
De theoretische keteltemperatuur is bij een warmtevraag verhoogd.
Verhoging: Snellere opwarmingstijd
Verlaging: Tragere opwarmingstijd
De vertrektemperatuur met een mengkraan is veel constanter indien de
vertrektemperatuur van de ketel groter is.
Verhoging: een pendelreactie van de mengkraan is vermeden
Verlaging: een pendelreactie van de mengkraan is mogelijk
De vertrektemperatuur van de mengkraan is constanter bij een verhoging van
de aanvoertemperatuur.
Het omschakelautomatisme Z/W is een functie met een invloed op lange
termijn, welke de verwarming in de zomer buiten dienst stelt, indien gedurende
er een zekere tijd, de buitentempertuur hoger is dan de ingestelde Z/W
temperatuur en de verwarming dus terug indienst stelt, indien gedurende een
zekere periode, de buitentemperatuur lager is dan de ingestelde waarde.
Door omschakelautomatisme Z/W via de buitentemperatuur.
Opmerking: Het Z/W omschakelautomatisme op de BMU heeft een absolute
voorrang en stelt alle aangesloten verwarmingskringen buiten werking, t.t.z.
ook de verwarmingskringen getuurd door de omgevingsvoeler RRG Het Z/W
omschakelautomatisme van de RRG is ondergeschikt.
Het Z/W omschakelautomatisme werkt met een omschakelafwijking van +/-
1K. Indien in prog. n° H516, een temperatuur gelijk of hoger dan 30°C werd
ingesteld, heeft geen enkele omschakeling plaats !
van de tabel van de parameters voor de
2)
aangegeven zouden enkel in
35