Achterventilatie
Reeds gebruikte schoorstenen
Plaatsing met een helling
Bovendakshoogte
Inspectie- en meetopeningen
Bij een lokaalluchtafhankelijke werking van het toestel met de BAXI-MG,
moet de koker uitgerust zijn met achterventilatie onder de doorgang van de
rookgassen in de stookplaats.
De vrije doorgang moet tenminstens Amin 125 cm
overeenstemmende luchtaanzuigrooster is als accessoire beschikbaar.
Bij een lokaallucht onafhankelijke werking moet de koker geen opening
hebben. De meet- en onderhoudsopening in het kokerssysteem ingebouwd
moeten steeds gesloten zijn bij het werken van de ketel.
Voor de aansluiting op gekeurde schouwen (lokaalluchtafhankelijke
werking), moet de BAXI-MG in combinatie met de LAA 110 gebruikt
worden.
Indien de schoorsteen reeds gebruikt werd met kolen- of oliestookketels en
nu gebruikt wordt als doorgang voor een concentrisch rookgas
afvoersysteem, moet deze schoorsteen vooraf zorgvuldig door een
specialist gereinigd worden.
De roogasafvoer buis moet een helling naar de ketel toe hebben om dat het
condenswater naar de centrale condenswateropvanger in de ketel zou
kunnen aflopen.
De minimale helling bedraagt :
- minimaal. 3° voor een horizontale rookgasafvoerbuis (tenminstens 5,5
cm/m).
De invoege zijnde voorschriften betreffende schoorstenen en de installatie
rookgasafvoerbuizen zijn geldig voor de minimale hoogte boven het dak.
Tenminstens één inspectie en één meetopening moet in de stookplaats van
de Luna WGB voorzien worden. De rookgasafvoerbuizen welke vanaf de
aansluiting op de ketel niet kunnen geïnspecteerd worden, moeten een
andere inspectieopening ter hoogte van of boven het dak hebben.
Bij horizontale concentrische buizen met een lengte van meer dan 2 m is
het aanbevolen systematisch een tweede inspectieopening te hebben bij de
ingang van de buis of bij de doorgang van het dak. Dit laat aan de
schoorsteenveger toe een visuele controle van de rookgasbuis te doen.
2
bedragen. Een
23