WERKINGSVARIANTEN
Tab. 7 Werkingsvarianten(werking met buitenvoeler)
HK
Werking met
HK1 Ketelsturingsmodule KBM KBM
HK1 Omgevingsvoeler RRG
HK1
Omgevingsvoeler RRG
HK2
HK1 Ketelsturingsmodule KBM KBM
HK2 Omgevingsvoeler RRG
1) De werkingsmodus verwarming moet op "Auto" staan op de KBM!
2) De werkingsmodus SWW moet op WERKING staan op de KBM!
Opgelet!
Opstartmethodes / Indienststelling
Zonder buitenvoeler
(enkel voor een
opstartindienststelling!)
Kortstondige indienststelling
zonder boilermodus noch
buitenvoeler
(verwarmingsinstallateur)
Indienststelling zonder
boilermodus noch buitenvoeler
(verwarmingsinstallateur)
Opmerking bij de functie drogen
van de chape
1)
Afstelling
Afstellingswijze
van de werking van de omgevingstemp. de SWW temperatuur
op KBM
RRG
op RRG
RRG
op RRG
op KBM
RRG
op RRG
Bij een eerste indienststelling zonder buitenvoeler, zonder
omgevingsvoeler RRG noch ketelsturingsmodule kunnen de volgende
functietesten uitgevoerd worden (enkel te doen door een
verwarmingsinstallateur!).
Afstelling van de theoretische waarden van de ketel en het warm water op de KBM.
Opgelet! Zonder aangesloten buitenvoeler is de keteltemperatuur ingesteld
op een temperatuur overeenstemmend met een buitentemperatuur van 0°C
(ongeveer 55°C keteltemperatuur)!
Opmerking: Bij verwarmingssystemen waarvan de vertrektemperatuur
begrensd is, moeten de parameters van sturingsketelmodule
ingesteld worden, bv. voor de keteltemperatuur op bv. 40°C
De ketel moet kortstondig indienst gesteld worden (testmodus) zonder
boilermodus:
- De wachtttijdfunctie van de brander activeren.
De ketel moet indienst gesteld worden zonder boilermodus (testmodus):
werking zonder buitenvoeler noch omgevingsvoeler RRG :
- De keteltemperatuur op de ketelsturingsmodule KBM instellen.
- De werkingsmodus SWW op UIT plaatsen.
Werking van de ketel zonder buitenvoeler noch omgevingsvoeler RRG!
De keteltemperatuur moet manueel ingesteld worden met behulp van de toets
op bv. 30, 35, 40, 45 °C enz; (de wijziging gebeurt niet automatisch!) en
de ketel op deze temperatuur sturen; de temperatuursregeling moet gebeuren
volgens de gegevens verstrekt door de fabrikant van de chape!
Opmerking: Parameter prog. n° H538 instellen( minimale pompsnelheid) op
100 % (enkel voor een pomp PWM).
Afstelling van
2)
Verwarmingsprogramma
op KBM
op KBM
op RRG
op RRG
Verwarmingsprogramma 1 op RRG
op RRG
Verwarmingsprogramma 2 op RRG
op KBM
op KBM
op RRG
op RRG
29