Boven aan het beeldscherm staat een groep statussymbolen. De symbolen verschijnen alleen als de in de
volgende tabel beschreven omstandigheden van toepassing zijn.
Symbool
Het symbool voor toegang door apparatuuraanbieder geeft aan dat het apparaat
zich in de voor de apparatuuraanbieder bestemde zorgverlenermodus bevindt.
Het Flex-symbool wordt alleen weergegeven als de Bi-Flex-therapiefunctie door de
apparatuuraanbieder is geactiveerd.
Het symbool voor apneu-alarm wordt alleen weergegeven als het apneu-alarm door
de apparatuuraanbieder is geactiveerd.
Het symbool voor patiënt los wordt alleen weergegeven als het alarm 'patiënt los'
door de apparatuuraanbieder is geactiveerd.
Onder aan het scherm worden aanvullende gemeten parameters weergegeven, mogelijk de volgende:
•
Ademhalingssnelheid (AS)
•
Ademvolume in milliliter (ml)
•
Beademing/min (MinVent) in liter per minuut (l/min)
•
Lekkage in l/min
Opmerking: De gemeten parameters verschijnen één voor één op het scherm.
De comfortinstellingen wijzigen
Uw apparaat is uitgerust met optionele Flex-, ramp-tijd- en stijgtijdfuncties die uw gezondheidsdeskundige
voor u kan voorschrijven. Wanneer u in het hoofdmenu de comfortoptie markeert en op het wiel drukt,
verschijnt het hieronder getoonde scherm met de comfortinstellingen.
Opmerking: Als er geen comfortinstellingen beschikbaar zijn, meldt het scherm comfortinstellingen 'Geen instellingen
beschikbaar' .
Opmerking: Als uw apparatuuraanbieder een comfortinstelling heeft vergrendeld, staat een vergrendelingssymbool (
de waarde. U kunt vergrendelde instellingen niet wijzigen.
Pictogramweergave
Beschrijving
Terug
Bi-Flex
Ramp-tijd
Ramp-begin
Stijgtijd
Tekstweergave
Hoofdstuk 2 Opstelling van apparaat
21
) naast