Hoofdstuk 6 - Controlelijsten vóór aflevering (PDI) en voor aflevering aan klant (CDI)
Inspectie vóór aflevering (predelivery inspection; PDI)
BELANGRIJK: Deze checklist geldt voor motorinstallaties met joystickbesturing. Gebruik voor motorinstallaties zonder
joystickbesturing voor buitenboordmotoren de controlelijst voor aflevering van buitenboordmotoren op de MercNet-website.
Verricht deze taken vóór de inspectie voor levering aan de klant (customer delivery inspection; CDI).
Controle
N.v.t.
ren/
Vóór het varen controleren:
afstellen
⃞
⃞
Service Bulletin updates of reparaties uitgevoerd
⃞
Aftapplug geïnstalleerd en aftapkleppen gesloten
⃞
Motorsteunen goed vast
⃞
Motoruitlijning
⃞
Accu met juiste capaciteit volledig geladen, vastgezet en met beschermkappen op hun plaats
⃞
Alle elektrische verbindingen goed vast
⃞
Alle brandstofverbindingen goed vast
⃞
Juiste schroef geselecteerd, geïnstalleerd en volgens specificaties aangehaald
⃞
Bevestigers gas-, schakel- en stuursysteem volgens specificaties aangehaald
⃞
Werking stuur over het hele bereik
⃞
Carteroliepeil
⃞
Oliepeil trimbekrachtiging
⃞
Peil stuurbekrachtigingsvloeistof
⃞
⃞
Kalibratie SmartCraft-meters
⃞
Werking van het waarschuwingssysteem
⃞
Werking trimstandbeperking, indien van toepassing
⃞
Controleer het peil in het reservoir voor de hydraulische vloeistof aan bakboord
Controle
N.v.t.
ren/
Dashboard:
afstellen
⃞
Inspecteer de joystick (vrij bewegen in alle richtingen)
⃞
Controleer het stuurwiel en het kantelmechanisme.
⃞
⃞
Inspecteer de VesselView (gaat aan bij omdraaien van contactschakelaars), indien aanwezig
⃞
⃞
Inspecteer alle trackpads (werking)
Controle
N.v.t.
ren/
Test in het water:
afstellen
⃞
Werking van de neutraalstartveiligheidsschakelaar
⃞
Werking van de dodemansschakelaar (alle roeren)
⃞
Werking van instrumenten
⃞
Lekkage van brandstof, olie en water
⃞
Ontstekingsmoment
⃞
Werking vooruit-neutraal-achteruit
⃞
Werking stuur over het hele bereik
⃞
Acceleratie vanuit stationair toerental is normaal
⃞
Volgas ________ toerental binnen specificaties (in vooruit)
⃞
Werking trimbekrachtiging
⃞
⃞
Controleer de vessel personality-lijst
⃞
Controleer of het stuurwiel terugkeert naar de middelste stand wanneer de contactsleutel voor de stuurboordmotor naar Aan wordt gedraaid.
⃞
⃞
Verricht een kalibratie van de IMU (kompas) en correctie van de nulkoers met de CDS G3 Service Tool
⃞
Stuur de boot over bakboord door de joystick te bewegen naar volledig bakboord. Controleer of ongewenste bewegingen door de bestuurder
kunnen worden gecorrigeerd met minimaal gebruik van de joystick.
⃞
Stuur de boot over stuurboord door de joystick te bewegen naar volledig stuurboord. Controleer of ongewenste bewegingen door de
bestuurder kunnen worden gecorrigeerd met minimaal gebruik van de joystick.
⃞
Controleer of de boot rechtuit vaart op kruissnelheid. Richt de aandrijvingen zo nodig uit met de CDS G3 Service Tool.
⃞
⃞
Schakel de modus Auto Heading in en vaar een minuut op kruissnelheid; controleer of de afwijking naar bakboord of stuurboord minder dan
± 5° is.
⃞
Controleer de stuurreactie door de boot bij verschillende snelheden van de ene naar de andere stuuraanslag te draaien. Begin daarbij op
stationair en versnel naar kruissnelheid in stappen van 1000 omw/m.
⃞
Maak in versnelling een krachtige draai naar stuurboord bij stationair toerental en versnel naar volgas tijdens het draaien. Controleer of de
boot blijft reageren op het sturen.
⃞
Maak in versnelling een scherpe bocht naar stuurboord bij stationair toerental terwijl alle motoren draaien. Schakel tijdens het draaien de
stuurboordmotor uit. Controleer of de boot blijft reageren op het stuur.
Bladzijde 48
90-8M0112088
JULI 2015
nld