Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderdelen Van De Autopilot-Trackpad; Vereisten Kaartplotter; Responsinstellingen; Vesselview Autopilot-Scherm - Mercury Marine Joystick Piloting for Outboards Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Onderdelen van de Autopilot-trackpad

Vereisten kaartplotter

Veel van de onderdelen en functies voor Autopilot maken gebruik van informatie van een kaartplotter. Maar niet elke
kaartplotter beschikt over de informatiekwaliteit die nodig is voor een goede werking van deze functies. De kaartplotter in
uw boot is geselecteerd uit een goedgekeurde lijst die is opgesteld en wordt bijgehouden door Mercury Marine. Deze
kaartplotters hebben speciale software die voldoet aan de strenge eisen voor een goede verbinding met de Autopilot en het
systeem voor joystickbesturing van buitenboordmotoren.
Slechte kwaliteit of onzorgvuldig, door niet goedgekeurde kaartplotters of software gegenereerde informatie kan ertoe
leiden dat functies verkeerd, onverwacht of helemaal niet werken. Het updaten van software naar een niet goedgekeurde
versie kan er eveneens toe leiden dat het systeem niet goed werkt. Raadpleeg uw erkende dealer of bel de klantenservice
van Mercury voor een lijst van goedgekeurde kaartplotters.

Responsinstellingen

Druk op de responsknop om te bepalen hoe snel of langzaam de boot reageert op geprogrammeerde wijzigingen in de
Autopilot-modi. De reactiesnelheid van de boot wordt bepaald door een responswaarde in VesselView. Telkens als u op
RESPONSEdrukt, gaat het responslampje knipperen om aan te geven dat u de responsinstelling voor die modus hebt
gewijzigd.
Aantal knipperingen
1
2
3

VesselView Autopilot-scherm

Op het Autopilot-scherm van VesselView wordt het volgende weergegeven:
De hoek van de aandrijvingen in de standby-modus
Een digitale kompaswaarde van de huidige koers
Drie pictogrammen voor het op dat moment geselecteerde responsniveau
motortoerental
NB: Niet alle functies van Autopilot werken als er DTS-functies zijn ingeschakeld. Schakel de DTS-functies uit om de
Autopilot-functies te gebruiken.
a
d

Lampjes op de Autopilot-trackpad

De lampjes op de Autopilot-trackpad geven aan wanneer een Autopilot-modus actief (ingeschakeld) of stand-by
(uitgeschakeld) is. Als het stand-bylampje brandt, is de Autopilot uitgeschakeld. Als het actieflampje brandt, is de Autopilot
ingeschakeld.
Als u op de knop voor Auto Heading, Track Waypoint of Skyhook drukt, wordt die modus ingeschakeld en gaan zowel het
bijbehorende lampje als het actieflampje branden.
90-8M0112088
JULI 2015
nld
Aangegeven responsinstelling
1
2
3
Hoofdstuk 2 - Op het water
Kracht van de correctie
Mild (voor milde of kalme omstandigheden)
Gemiddeld (voor gemiddelde omstandigheden)
Krachtig (voor zware omstandigheden)
Display voor vier motoren
a -
koers
b
b -
aandrijfhoek
c -
motortoerental
d -
responsniveau
c
51880
Bladzijde 23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave