Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mercury Marine Joystick Piloting for Outboards Handleiding pagina 24

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 2 - Op het water
De 'vessel personality' die bepalend is voor de wijze waarop de boot op joystickopdrachten reageert, is ontwikkeld voor een normale belasting en normaal
gebruik van de boot onder ideale vaaromstandigheden. Verschillen in wind, stroming en lading kunnen de werking van de joystickbesturing aanzienlijk
beïnvloeden. Een boot die bij de boeg zwaar is geladen, zal bijvoorbeeld anders reageren dan een boot die bij de spiegel zwaarder is geladen. De 'vessel
personality' kan deze variabelen niet voorzien en kan er niet voor compenseren. Het is de taak van de bestuurder om de vereiste correcties aan te brengen
door de verdeling van de lading over de boot te wijzigen of door de extra manoeuvres uit te voeren die nodig zijn om het gewenste vaargedrag te verkrijgen.
De joystick is een besturingsinterface met enkele hendel voor het manoeuvreren met de boot. Het besturen van de boot via
de joystick is handig voor manoeuvres in nauwe ruimten en onder de meeste omstandigheden tijdens het afmeren. U kunt
de joystick tegelijkertijd bewegen en draaien om in nauwe ruimtes ingewikkelde manoeuvres uit te voeren.
Het computerbesturingssysteem berekent automatisch de stuurhoek voor elke motor, het gasniveau en de versnelling die
vereist zijn om de boot in de richting te duwen of draaien die overeenkomt met de beweging of draaiing van de joystick.
Bijvoorbeeld: als u de joystick opzij verstelt, geeft het besturingssysteem van de computer de motoren de opdracht om
zijwaartse stuwkracht op de boot uit te oefenen. Als u de joystick draait, wekt de computer krachten op die de boot rond
zijn middelpunt laten draaien.
De joystick werkt recht evenredig, wat betekent dat hoe verder u de joystick uit het midden beweegt, hoe meer stuwkracht
er in die richting wordt geleverd. Bij gebruik van de joystick wordt de beschikbare motorvraag beperkt.
Voor joystickbesturing van de boot geldt het volgende:
1.
Er moeten ten minste twee motoren draaien om de joystick te kunnen gebruiken.
Op toepassingen met drie motoren moeten dit de twee buitenste motoren zijn.
Op toepassingen met vier motoren moeten dit ten minste een bakboord- en een stuurboordmotor zijn (m.a.w.
twee buitenste of twee binnenste motoren, of bakboord binnen en stuurboord buiten dan wel bakboord buiten en
stuurboord binnen). De joystick werkt niet als alleen de twee motoren aan stuurboord of alleen de twee motoren
aan bakboord draaien.
2.
Voor een optimale stuurfunctie moeten alle motoren helemaal omlaag getrimd worden, waarna u de automatische
trimfunctie gebruikt om de motoren onder de optimale trimhoek te zetten.
Als de motoren al omlaag getrimd zijn, hoeft de bestuurder de trimstand niet te wijzigen. Het besturingssysteem
op de computer trimt de motoren automatisch omhoog tot de in de 'vessel personality' voor voortstuwing
vastgestelde hoek wanneer de joystick wordt ingeschakeld.
Als de motoren omhoog zijn getrimd, moet de bestuurder ze met de hand helemaal omlaag trimmen, op
voorwaarde dat dit geen gevaarlijke situatie oplevert. Het systeem trimt de motoren niet automatisch omlaag als
de joystick wordt ingeschakeld.
Zie voor meer informatie Automatische trimfunctie.
BELANGRIJK: Na gebruik van de joystick en voordat u gaat planeren moet de trimstand worden ingesteld op een
hoek voor normaal varen. Het besturingssysteem op de computer zet de motoren niet terug in de stand waarop ze
stonden voordat de joystick werd ingeschakeld.
3.
Zet alle elektronische afstandsbedieningshendels op neutraal. Voor Zero Effort-bediening schakelt u naar neutraal en
zet u de gashendels op stationair.
4.
Beweeg de joystick in de richting waarin u de boot wilt bewegen, of draai de joystick in de richting waarin u de boot wilt
draaien. De joystick kan tegelijkertijd worden bewogen en gedraaid.
De volgende afbeelding geeft een beperkt aantal voorbeelden van de belangrijkste reacties van de boot op bewegingen
van de joystick. De afbeeldingen tonen bij benadering de interactie tussen joystickhandelingen en de respons van de boot.
Voor exact manoeuvreren zijn meerdere joystickhandelingen en extra gebruikerscorrecties nodig om de manoeuvre
precies uit te voeren.
NB: De joystick heeft geen arreteerstanden. Hij kan op een van de hier weergegeven pijlen worden gezet of op een
willekeurige stand daar tussenin.
h
g
j
f
Bladzijde 20
a
b
c
i
d
e
52544
NB
a -
Vooruit
b -
schuin naar voren, stuurboord
c -
lateraal naar stuurboord
d -
schuin naar achteren, stuurboord
e -
Achteruit
f -
schuin naar achteren, bakboord
g -
lateraal naar bakboord
h -
schuin naar voren, bakboord
i -
Gieren aan bakboord
j -
Gieren aan stuurboord
90-8M0112088
JULI 2015
nld

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave