Het controleren van elektrische installaties houdt het „Bekijken",
„Testen" en „Meten" in en daarom zijn ze voorbehouden aan vak-
mensen met een passende beroepservaring.
Technisch gezien zijn uiteindelijk de waarden van de norm VDE
0664 in eerste instantie bindend.
21.3
Elektrische machines controleren volgens DIN EN 60204 –
toepassingen, grenswaarden
Voor het controleren van elektrische machines en besturingen
werd de tester PROFITEST
204+
ring in 2007 is bovendien het meten van de lusimpedantie vereist.
Het meten van de lusweerstand en het verrichten van andere ver-
eiste metingen voor het controleren van elektrische machines
kunt u ook doen met de testers van de seriePROFITEST
Vergelijking van de voorgeschreven metingen tussen de normen
Meting volgens DIN EN 60 204
deel 1 (machines)
Doorgaande verbinding van het
aardleidingssysteem
Lusimpedantie
Isolatieweerstand
Spanningsmeting
(controleren van de spanningsweer-
stand)
Spanningsmeting
(Beveiliging tegen restspanning)
Controle van de werking
Doorgaande verbinding van het aardleidingssysteem
Hierbij wordt de doorgaande verbinding gecontroleerd van een
aardleidingssysteem door het aanbrengen van een wisselstroom
tussen 0,20 A en 10A bij een netfrequentie van 50Hz
(= laagohmige meting). De meting moet worden verricht tussen
de PE-klem en verschillende punten van het aardleidingssysteem.
Lusimpedantiemeting
De lusimpedantie Z
wordt gemeten en de kortsluitstroom I
L-PE
wordt bepaald om te controleren of de uitschakelvoorwaarden
van de beveiligingen gerespecteerd worden, zie hoofdstuk 8.
Isolatieweerstandsmeting
Hierbij worden bij de machine alle actieve leidingen van de hoofd-
stroomkringen (L en N resp. L1, L2, L3 en N) kortgesloten en
gemeten ten opzichte van PE (aardleiding). Besturingen of delen
van de machine die voor deze spanningen (500 V DC) niet ont-
worpen zijn, mogen voor de duur van de meting van de meetkring
worden afgekoppeld. De meetwaarde mag niet kleiner zijn dan 1
MOhm. De meting mag in afzonderlijke delen worden onderver-
deeld.
Spanningsmetingen (alleen met PROFITEST 204HP/HV)
De elektrische uitrusting van een machine moet tussen de leidin-
gen van alle stroomkringen en het aardleidingssysteem minstens
gedurende 1s een testspanning kunnen verdragen die het 2-vou-
dige van de nominale spanning van de uitrusting of 1000 V~
bedraagt, al naar gelang welke waarde telkens de grootste van de
twee is. De testspanning moet een frequentie hebben van 50 Hz
en moet gegenereerd worden door een transformator met een
minimaal nominaal vermogen van 500 VA.
Spanningsmetingen
Voorschrift EN 60 204 eist dat de restspanning op elk actief
gedeelte van de machine dat kan worden aangeraakt en waarop
tijdens het gebruik een spanning staat van meer dan 60 V, na het
uitschakelen van de voedingsspanning binnen 5 s gedaald moet
zijn naar een waarde van 60 V of minder.
GMC-I Messtechnik GmbH
ontwikkeld. Na de normverande-
M
ASTER
Meting volgens DIN EN 61557
(installaties)
Deel 4: Weerstand van:
– Aardgeleiders
– aardleidingen
– potentiaalvereffeningsleidin-
gen
Deel 3: Lusimpedantie
Deel 2: Isolatieweerstand
—
Deel 10: Gecombineerde meetappa-
raten (o.a. voor spanningsmeting)
voor het controleren, meten of be-
waken van beveiligingsmaatregelen.
—
Controle van de werking
De machine wordt gebruikt met nominale spanning en gecontro-
leerd op werking, vooral op veiligheidsfuncties.
Speciale metingen
•
Voor het opsporen van fouten bij pulserende verbranding (alleen met
PROFITEST 204HP/HV)
•
Aardleidingsmeting met 10 A-meetstroom
(alleen met PROFITEST 204+)
Grenswaarden volgens DIN EN 60204 deel 1
meting
.
Meet-
functie
RLO
Aardleidingsmeting
ZL-PE
RISO
—
U
Isolatieweerstands-
meting
Lekstroommeting
—
Spanningsmeting
Spanningsmeting
Karakteristiek van overstroombeveiligingen
voor de grenswaardekeuze bij aardleidingsmeting
Uitschakeltijden, karakteristieken
Zekering uitschakeltijd 5 s
K
Zekering uitschakeltijd 0,4 s
Stroombreker karakteristiek B
Ia = 5x In - uitschakeltijd 0,1s
Stroombreker karakteristiek C
Ia = 10x In - uitschakeltijd 0,1s
Instelbare vermogensschakelaar
Ia = 8 x In - uitschakeltijd 0,1s
Parameter
Doorsnede Normwaarde
Meetduur
Grenswaarde
1,5 mm²
Aardleidingsweerstand
2,5 mm²
volgens leidingdoorsnede
4,0 mm²
(buitenste geleider L) en
6,0 mm²
karakteristiek van de over-
10 mm²
stroombeveiliging
16 mm²
(berekende waarde)
25 mm² L
(16 mm² PE)
35 mm² L
(16 mm² PE)
50 mm² L
(25 mm² PE)
70 mm² L
(35 mm² PE)
95 mm² L
(50 mm² PE)
120 mm² L
(70 mm² PE)
Nominale spanning
Weerstandsgrenswaarde
Lekstroom
Ontlaadtijd
Meetduur
Testspanning
Beschikbaar bij doorsnede
alle doorsneden
1,5 mm² tot en met 16 mm²
1,5 mm² tot en met 16 mm²
1,5 mm² tot en met 16 mm²
alle doorsneden
10 s
500 mΩ
500 mΩ
500 mΩ
400 mΩ
300 mΩ
200 mΩ
200 mΩ
100 mΩ
100 mΩ
100 mΩ
050 mΩ
050 mΩ
500 V DC
≥ 1 MΩ
2,0 mA
5 s
1 s
≥ 1 kV
of 2 U
N
87