10.1
Meting van de aardingsweerstand – netgevoed
De volgende drie meetsoorten resp. aansluitingen zijn mogelijk:
•
2-polige meting met 2-polige adapter
•
2-polige meting met randaardestekker
(niet mogelijk in het IT-net)
•
3-polige meting met 2-polige adapter en sonde
•
selectieve meting: 2-polige meting met sonde
en stroomtangsensor
Afbeelding links:
2-polige
meetadapter voor
het aftasten van
de meetpunten PE
en L
Afbeelding rechts
als alternatief kan
de meetadapter
PRO-contactstop
worden gebruikt
Meetfunctie kiezen
R
E
Gebruiksmodus kiezen
De gekozen bedrijfsmodus wordt geïnverteerd weergegeven:
witte tekst mains~ op een zwarte achtergrond.
Meetsoort op batterijen werkend „Batterijgevoed"
niet mogelijk: Als de aansluiting niet bij de
gebruiksmodus past, verschijnt de hiernaast
afgebeelde foutmelding.
Uitzondering handmatige keuze van het meetbereik (meetstroom-
keuze)
(R ≠ AUTO, R = 10 kΩ (4 mA), 1 kΩ (40 mA), 100 Ω (0,4 A),
10 Ω (3,7 ... 7 A), 10 Ω/U
)
E
Opmerking
Als het bereik manueel wordt gekozen, houd er dan rekening
mee dat de nauwkeurigheidsgegevens pas vanaf 5 % van de
bereikseindwaarde gelden (met uitzondering van het 10 Ω-
bereik; aparte vermelding voor kleine waarden).
Parameter instellen
q Meetbereik: AUTO,
10 kΩ (4 mA), 1 kΩ (40 mA), 100 Ω (0,4 A), 10 Ω (> 3,7 A)
Bij installaties met RCD-aardlekschakelaar moet de weerstand
resp. de meetstroom zodanig worden gekozen dat deze onder
de aanspreekstroom (½ I
q Contactspanning: UL < 25 V, < 50 V, < 65 V, willekeurig instel-
bare spanning zie hoofdstuk 5.7
q Overzetverhouding: afhankelijk van de gebruikte stroomtangsensor
q Aansluitingstype: 2-polige adapter, 2-polige adapter + sonde,
2-polige adapter + tang
q Netvorm: TN of TT
q Vorm curve meetstroom
Zie voor zinvolle parameters voor de meetsoort resp. het aanslui-
tingstype in kwestie hoofdstuk 10.4 tot hoofdstuk 10.6.
Metingen verrichten
Zie hoofdstuk 10.4 tot hoofdstuk 10.6.
GMC-I Messtechnik GmbH
) ligt.
ΔN
10.2
Aardweerstandmeting – op batterijen werkend „gebruik op bat-
terijen"
De volgende vijf meetsoorten resp. aansluitingen zijn mogelijk:
•
3-polige meting met adapter PRO-RE
•
4-polige meting met adapter PRO-RE
•
selectieve meting met tang (4-polige meting)
•
2-tangenmeting met adapter PRO-RE/2
•
Bepaling van de specifieke weerstand
Afbeelding rechts:
Adapter PRO-RE voor aan-
sluiting van de aardelek-
trode, vervangende aardelek-
trode, de sonde en de tester
voor
3-/4-polige meting, selectieve
meting en specifieke weer-
standmeting
Afbeelding rechts:
Meetadapter PRO-RE/2 als toebe-
horen voor de aansluiting van de
generatortang E-Clip2 voor de 2-
tangen- resp. aardlusweerstands-
meting.
Meetfunctie kiezen
R
E
Gebruiksmodus kiezen
De gekozen bedrijfsmodus wordt geïnverteerd weergegeven:
wit batterijsymbool op zwarte achtergrond.
Meting netgevoed niet mogelijk:
Als de aansluiting niet bij de gebruiksmodus
past, verschijnt de hiernaast afgebeelde fout-
melding.
Parameter instellen
q Meetbereik: AUTO, 50 kΩ, 20 kΩ, 2 kΩ, 200 Ω, 20 Ω
q Overzetverhouding stroomtangsensor:
1:1 (1V/A,) 1:10 (100mV/A), 1:100 (10mV/A), 1:1000 (1mV/A)
q Aansluitingstype: 3-polig, 4-polig, selectief, 2-tangen,
ρ
q Afstand d (voor meting
): xx m
E
Zie voor zinvolle parameters voor de meetsoort resp. het aanslui-
tingstype in kwestie hoofdstuk 10.7 tot hoofdstuk 10.11.
Metingen verrichten
Zie hoofdstuk 10.7 tot hoofdstuk 10.11.
met adapter PRO-RE
Ρ
E
met adapter PRO-RE
ρ
(Rho)
E
31