Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meten Van De Contactspanning (M.b.t. Nominale Foutstroom) - Gossen MetraWatt PROFITEST MPRO MXTRA DIN VDE 0100 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Beproevingsnorm
Volgens DIN VDE 0100 deel 600:2008 moet worden bewezen dat
de contactspanning die optreedt bij de nominale foutstroom de
voor de installatie maximaal geoorloofde waarde niet overschrijdt.
de aardlekschakelaars bij nominale foutstroom binnen 400 ms
(1000 ms bij selectieve RCD-aardlekschakelaars aanspreken.
Belangrijke instructies
Met de PROFITEST
M
ASTER
RCD-types mogelijk. Kies RCD, SRCD, PRCD, o.i.d.
In de aangesloten stroomkringen hoeft er slechts per RCD (FI)
maar op één plaats worden gemeten. Bij alle andere aansluitin-
gen in de stroomkring moet het bewijs worden geleverd voor
een laagohmige doorgang van de aardleiding (R
In het TN-systeem geven de meetapparaten door de lage
aardleidingsweerstand vaak 0,1 V contactspanning aan.
Houd ook rekening met eventuele voorstromen in de installa-
tie. Deze kunnen al bij het meten van de contactspanning U
leiden tot aanspreking van de RCD of bij metingen met stij-
gende stroom verkeerde meetresultaten tot gevolg hebben:
Weergave = I
- I
F
voorstroom
Selectieve aardlekbeveiligingen voor (RCD S) met markering
S
kunnen als enige beveiliging voor automatische uitscha-
keling gebruikt worden als zij zich net als niet-selectieve aard-
lekbeveiligingen houden aan de uitschakelvoorwaarden (dus
t
< 400 ms). Dit kan worden bewezen door een meting van
a
de uitschakeltijd.
RCD's type B mogen in dezelfde serie niet voorkomen met
RCD's van het type A of F.
Opmerking
Voormagnetisering
Met de 2-polige adapter zijn alleen AC-metingen voor-
zien. Het onderdrukken van de RCD-aanspreking door
middel van een voormagnetisering door gelijkstroom is
alleen mogelijk met het landspecifieke stekkerinzetstuk
bijv. geaarde stekker of de 3-polige adapter.
Meting zonder of met sonde
De metingen kunt u met of zonder sonde verrichten.
Een voorwaarde voor het meten met sonde is dat de sonde het
aardpotentiaal heeft van de referentieaarde. Dit betekent dat zij
buiten de spanningstrechter van de aardelektrode (R
RCD-aardlekschakeling wordt gezet.
De afstand van de aardelektrode naar de sonde moet minstens
20m bedragen.
De sonde wordt aangesloten met een aanrakingsbeveiligde stek-
ker met een doorsnede van 4 mm.
In de meeste gevallen zal u deze meting zonder sonde verrichten .
!
Let op!
De sonde maakt deel uit van de meetkring en kan vol-
gens VDE 0413 een stroom geleiden tot maximaal 3,5
mA.
U kunt de spanningsvrijheid van een sonde controleren met de
functie U
. Zie hiervoor ook hoofdstuk 6.1 op pagina 16.
SONDE
18
zijn eenvoudige metingen op alle
of U
LO
) van de
E
7.1
Meten van de contactspanning (m.b.t. nominale fout-
stroom) met
spreekmeting met nominale foutstroom
Meetfunctie kiezen
I
ΔN
Aansluiting
).
B
B
Parameter instellen voor I
Nominale foutstromen:
Type 1: RCD, SRCD, PRCD ...
Type 2: AC
, A/F
Nominale stromen: 6 ... 125 A
* Type B/B+ = alstroomgevoelig
Faseverschuiving 0°/180°
negatieve/positieve halve golf
negatieve/positieve gelijkstroom
x-voudige activeringsstroom:
1, 2, 5 (I
Contactspanning:
< 25 V, < 50 V, < 65 V
1
/
van de nominale foutstroom en aan-
3
Δ N
10 ... 500 mA
, B/B+
*
Golfvorm:
max. 300 mA)
ΔN
Aansluiting:
zonder/met sonde
Netvorm:
TN/TT, IT
Aanspreektijd:
GMC-I Messtechnik GmbH

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave