Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gossen MetraWatt PROFITEST MPRO MXTRA DIN VDE 0100 Gebruiksaanwijzing pagina 45

Inhoudsopgave

Advertenties

De functie constante testspanning biedt twee mogelijkheden:
Als u kort op de knop ON/START drukt, wordt de ingestelde
testspanning U
uitgevoerd en de isolatieweerstand R
N
gemeten. Als de meetwaarde stabiel is (bij hoge leidingcapa-
citeiten kan de inslingertijd enkele seconden bedragen) wordt
de meting beëindigd en de laatste meetwaarde voor R
U
weergegeven. U is de spanning die tijdens en na de
ISO
meting op de meetpennen wordt gemeten. Deze daalt na het
meten tot een waarde onder de 10 V, zie paragraaf „Meetob-
ject ontladen".
of
Zolang u op de knop ON/START drukt, wordt de testspanning
U
uitgevoerd en de isolatieweerstand R
N
knop pas los als de meetwaarde stabiel is (bij hoge leidingca-
paciteiten kan de inslingertijd enkele seconden bedragen). De
spanning U die tijdens de meting wordt gemeten, stemt hierbij
overeen met de spanning
losgelaten, wordt de meting afgesloten en wordt de laatste
meetwaarde voor R
ISO
meten tot een waarde onder 10 V, zie paragraaf „Meetobject
ontladen".
q Keuze van de polen rapporteren
Alleen voor het rapporteren kunnen hier de polen worden aange-
geven, waartussen er gemeten wordt. De informatie is niet van
invloed op de daadwerkelijke keuze van meetpennen of de polen.
q Limieten – Instellen van de grenswaarde
U kunt de grenswaarde van de isolatieweerstand instellen. Als er
meetwaarden onder deze grenswaarde optreden, dan brandt de
rode LED U
/R
. U kunt kiezen uit grenswaarden tussen 0,5 MΩ
L
L
und 10 MΩ. De grenswaarde verschijnt boven de meetwaarde in
beeld.
Meting starten – stijgende testspanning (drempelfunctie)
Kort indrukken:
Snel omschakelen van de polariteit, als de parameter op AUTO is inge-
steld: 01/10 ... 10/10: L1-PE ... L1-L3
Opmerking
Bij de keuze van een „Halfautomatische polariteitswissel"
(zie hoofdstuk 5.8) wordt in de plaats van de drempel het
symbool voor halfautomatische polariteitswissel weerge-
geven.
Algemene instructie voor isolatiemeting met drempelfunctie
De isolatiemeting met drempelfunctie is bedoeld voor de vol-
gende functies:
het opsporen van zwakke plaatsen in de isolatie van de meet-
objecten
het bepalen van de aanspreekspanning resp. het testen van
de correcte werking van spanningsbegrenzende bouwele-
menten. Dit kunnen bijvoorbeeld varistoren, overspanningsbe-
grenzers (bv. DEHNguard® van Dehn+Söhne) of vonkbrug-
gen zijn.
De meetspanning van de tester stijgt continu bij deze meetfunctie,
maximaal tot de gekozen grensspanning. De meetprocedure
GMC-I Messtechnik GmbH
gemeten. Laat de
ISO
. Als u de knop ON/START heeft
ISO
en U
weergegeven. U daalt na het
ISO
wordt gestart met de knop „START/STOPP" en verloopt auto-
noom totdat zich één van de volgende gebeurtenissen voordoet:
de gekozen grensspanning wordt bereikt,
ISO
de ingestelde grensstroom wordt bereikt,
of
en
ISO
er is een doorslag (bij vonkbruggen).
Er wordt bij het meten van de isolatie met drempelfunctie een
onderscheid gemaakt tusssen de volgende drie procedures:
Testen van overspanningsbegrenzers of varistoren
resp. bepalen van hun aanspreekspanning:
Kies de maximale spanning zodanig dat de doorslagspanning
van het meetobject die wordt verwacht ongeveer in het twee-
derde deel van de maximale spanning ligt (neem eventueel het
gegevensblad van de fabrikant in acht).
Keuze van de grensstroomsterkte volgens de eisen resp.
gegevens in het gegevensblad van de fabrikant (karakteristiek
van het meetobject).
Bepalen van de aanspreekspanning van de vonkbruggen:
Kies de maximale spanning zodanig dat de doorslagspanning
van het meetobject die wordt verwacht ongeveer in het twee-
derde deel van de maximale spanning ligt (neem eventueel het
gegevensblad van de fabrikant in acht).
Keuze van de grensstroomsterkte volgens de eisen in het
bereik 5...10 μA (bij grotere grensstromen ist de respons hier-
bij te onstabiel, zodat er foutieve meetresultaten kunnen ont-
staan).
Opsporen van zwakke plaatsen in de isolatie:
Keuze van de maximale spanning zodanig dat deze de toege-
laten isolatiespanning van het meetobject niet overschrijdt.
Men kan ervan uitgaan dat een isolatiefout reeds optreedt bij
een aanzienlijk kleinere spanning, als de maximale spanning in
verhouding kleiner wordt gekozen (maar minstens groter is
dan de doorslagspanning die wordt verwacht) - de stijging
van de drempel vermindert hierdoor (verbeterde meetnauw-
keurigheid).
Keuze van de grensstroomsterkte volgens de eisen in het
bereik 5...10 μA (vgl. instelling bij vonkbruggen).
Meting starten – constante testspanning
voor continue meeting
ingedrukt houden:
Snel omschakelen van de polariteit, als de parameter op AUTO is inge-
steld: 01/10 ... 10/10: L1-PE ... L1-L3
Opmerking
Tijdens de isolatieweerstandsmeting worden de batte-
rijen van het apparaat sterk belast. Druk alleen zolang op
de knop Start t bij de functie „constante testspanning"
(als continue meting vereist is) totdat de weergave stabiel
is.
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave