Tabel 4-4
IP-adressen (vervolg)
Servicenaam
TCP/IP
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) omvat verschillende protocollen die zijn
ontworpen om de manier waarop computers en andere apparaten over een netwerk met elkaar
communiceren te definiëren. Dit is vergelijkbaar met een gewone taal die mensen gebruiken om met
elkaar te communiceren.
Internet Protocol (IP)
Als informatie over het netwerk wordt verzonden, worden de gegevens opgesplitst in kleine pakketjes.
Ieder pakketje wordt onafhankelijk verzonden. Ieder pakketje is gecodeerd met IP-gegevens, zoals het
IP-adres van de zender en de ontvanger. IP-pakketjes kunnen over routers en gateways worden geleid:
apparaten die netwerken verbinden met andere netwerken.
Voor IP-communicatie is geen verbinding vereist. Wanneer IP-pakketjes worden verzonden, is het
mogelijk dat ze niet in de juiste volgorde op de bestemming aankomen. Protocollen en programma's
van een hoger niveau zorgen er dan echter voor dat de pakketjes in de juiste volgorde worden geplaatst.
Dit maakt IP-communicatie efficiënt.
Ieder knooppunt of apparaat dat op het netwerk communiceert, heeft een IP-adres nodig.
Transmission Control Protocol (TCP)
TCP verdeelt de gegevens in pakketjes en brengt ze bij aankomst weer samen via een door de
verbinding bepaalde, betrouwbare en gegarandeerde verzendservice naar een ander knooppunt op het
netwerk. Wanneer gegevenspakketjes op de bestemming worden ontvangen, berekent TCP een
controlesom voor ieder pakketje om te controleren of de gegevens niet beschadigd zijn. Als de gegevens
in het pakketje tijdens de overdracht beschadigd zijn geraakt, verwijdert TCP het pakketje en laat het
pakketje opnieuw verzenden.
IP-adres
Iedere host (werkstation of knooppunt) op een IP-netwerk heeft een uniek IP-adres nodig voor iedere
netwerkinterface. Dit adres is een softwareadres dat wordt gebruikt om het netwerk en de specifieke
hosts op dat netwerk te identificeren. Het is mogelijk dat een host een server iedere keer dat het apparaat
opstart een dynamisch IP-adres vraagt (bijvoorbeeld bij gebruik van DHCP en BOOTP).
Een IP-adres bevat vier bytes aan informatie, verdeeld in delen die ieder één byte bevatten. Het IP-
adres ziet er als volgt uit:
xxx.xxx.xxx.xxx
OPMERKING:
van een verkeerd adres kan ertoe leiden dat andere apparatuur op het netwerk niet meer werkt of dat
communicatie verstoord raakt.
IP-parameters configureren
TCP/IP-configuratieparameters kunnen handmatig worden geconfigureerd of automatisch worden
gedownload door iedere keer dat het product wordt aangezet DHCP of BOOTP te gebruiken.
NLWW
Raadpleeg altijd de IP-adresbeheerder bij het toewijzen van IP-adressen. Het instellen
Beschrijving
gebruikt het product deze service om een uniek IP-adres te
genereren.
Netwerkconfiguratie
35