Netwerkconfiguratie
U kunt de netwerkparameters van het product configureren via het bedieningspaneel van het product,
de geïntegreerde webserver of, voor Windows-besturingssystemen, vanuit de HP ToolboxFX-software.
Het product instellen en gebruiken op het netwerk
Hewlett-Packard adviseert het HP-software-installatieprogramma te gebruiken voor het instellen van
printerdrivers voor netwerken. U vindt deze op de bij het product geleverde cd-rom.
Een configuratie met verbinding via de netwerkpoort installeren (afdrukken in
rechtstreekse modus of peer-to-peer)
In deze configuratie is het product rechtstreeks op het netwerk aangesloten en drukken alle computers
in het netwerk rechtstreeks op het product af.
1.
Sluit het product rechtstreeks op het netwerk aan door een netwerkkabel in de netwerkpoort van
het product te steken.
2.
Gebruik het bedieningspaneel om een configuratiepagina af te drukken. Zie
afdrukken op pagina
3.
Plaats de cd-rom van het product in uw computer. Als het installatieprogramma niet wordt gestart,
gaat u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u hierop.
4.
Klik op Aanbevolen installatie.
5.
Klik in het scherm Welkom op Volgende.
6.
Klik in het scherm Updates voor installatieprogramma op Ja om het web te doorzoeken op
updates voor het installatieprogramma.
7.
Kies in Windows 2000/XP/Vista in het scherm Installatieopties de installatieoptie. Hewlett-
Packard adviseert een standaardinstallatie als uw systeem deze ondersteunt.
8.
Lees de licentieovereenkomst in het scherm Licentieovereenkomst, geef aan dat u de
voorwaarden accepteert en klik op Volgende.
9.
Geef bij Windows 2000/XP/Vista in het scherm HP Uitgebreide functies aan of u wilt beschikken
over uitgebreide mogelijkheden en klik op Volgende.
10.
Selecteer de doelmap in het scherm Doelmap en klik op Volgende.
11.
Klik in het scherm Klaar voor installatie op Volgende om de installatie te beginnen.
OPMERKING:
Hiermee gaat u naar de voorgaande schermen en kunt u de instellingen wijzigen.
12.
Selecteer in het scherm Type verbinding de optie Via het netwerk en klik op Volgende.
13.
Zoek het product in het scherm Printeridentificatie of geef het hardware- of IP-adres op dat is
vermeld op de configuratiepagina die u eerder hebt afgedrukt. In de meeste gevallen wordt een
IP-adres toegewezen, maar u kunt dit wijzigen door op Het product specificeren op adres te
klikken in het scherm Printeridentificatie. Klik op Volgende.
14.
Wacht tot de installatie is voltooid.
30
Hoofdstuk 4 I/O-configuratie
76.
Als u de instellingen wilt wijzigen, klikt u niet op Volgende, maar op Terug.
Informatiepagina's
NLWW