Uit
Intervalstand ruitenwissers
Ruitensproeier / -wisser
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn geactiveerd op het
moment dat u de achteruitversnelling inschakelt,
treedt ook de ruitenwisser achter in werking.
De instellingen kunnen worden gewijzigd
via het menu Rijverlichting/Auto van het
touchscreen.
Wanneer er sneeuw of ijs op de
achterruit ligt of er een fietsendrager op
de trekhaak is gemonteerd, schakel de
automatische achterruitenwisser dan uit via
het configuratiemenu van de auto.
Ruitensproeier achter
► Draai de ring helemaal richting het dashboard
en houd hem in deze stand.
De ruitensproeier en ruitenwisser werken zolang
aan de ring wordt gedraaid.
Na het sproeien wordt nog een laatste wisslag
gemaakt.
Automatische ruitenwissers
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch en passen ze zich aan de intensiteit
van de regenval aan.
De regendetectiefunctie gebruikt een regen-/
lichtsensor die middenboven tegen de voorruit is
geplaatst, achter de binnenspiegel.
Dek de regen-/lichtsensor niet af.
Schakel de automatische ruitenwissers
uit en zet het contact af als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de
automatische ruitenwissers tot de voorruit
volledig ontdooid is.
Inschakelen
► Duw de hendel kort omlaag.
De ruitenwissers maken één slag om het
inschakelen te bevestigen.
Dit controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en er
verschijnt een melding.
Verlichting en zicht
Afzetten
► Duw de hendel nog een keer kort omlaag of
zet de hendel in een andere stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat uit en er
verschijnt een melding.
Elke keer als het contact meer dan 1
minuut is afgezet, moet u de
automatische ruitenwissers opnieuw activeren
door de hendel één keer omlaag te duwen.
Storing
Bij een storing in de automatische werking
van de ruitenwissers werken deze in de
intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ruitenwissers vóór
De onderhoudsstand wordt gebruikt voor het
reinigen of vervangen van de wisserbladen. De
stand kan ook bij winters weer (ijs en sneeuw)
worden gebruikt om de ruitenwisserbladen los
van de voorruit te zetten.
Voor een goede werking van de
ruitenwissers raden wij u het volgende
aan:
– Ga er voorzichtig mee om.
4
87