Rijden
van de Adaptieve cruise control met Stop&Go-
functie in combinatie met Lane Positioning
Assist.
Deze twee functies moeten ingeschakeld en
storingsvrij zijn.
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer
informatie over de Adaptieve cruise control en
de Lane Positioning Assist.
Het systeem ondersteunt de bestuurder
bij het besturen, accelereren en remmen
van de auto binnen de fysieke grenzen en
mogelijkheden van de auto. Bepaalde
elementen van de infrastructuur en sommige
voertuigen in de omgeving kunnen niet goed
worden gedetecteerd of slecht worden
geïnterpreteerd door de camera en de radar.
Dit kan leiden tot onverwachtse
koersveranderingen, het uitblijven van een
stuurcorrectie en/of het onjuist regelen van
het accelereren of remmen.
Dit systeem is vooral bedoeld voor
gebruik op snelwegen en autowegen.
Het werkt alleen bij bewegende voertuigen
die in dezelfde richting als uw auto rijden.
Adaptieve cruise control
Lees voor meer informatie de algemene
adviezen over het gebruik van de
rij- en parkeerhulpsystemen en het
146
gedeelte Snelheidsregelaar - specifieke
adviezen.
Met behulp van dit systeem wordt automatisch
de door de bestuurder ingestelde snelheid
aangehouden (snelheidsinstelling), terwijl
voldoende afstand (ingesteld door de
bestuurder) tot de voorligger wordt gehouden.
Dit systeem regelt automatisch het accelereren
en decelereren van de auto.
Met een handgeschakelde versnellingsbak
verlaagt het systeem de snelheid van de auto tot
30 km/h.
Met de Stopfunctie (bij de automatische EAT6-
transmissie) regelt het systeem het remmen
totdat de auto volledig tot stilstand is gekomen.
Met de Stop&Go-functie (bij de automatische
EAT8-transmissie) regelt het systeem het
remmen totdat de auto volledig tot stilstand
is gekomen, waarna de auto opnieuw wordt
gestart.
De remlichten gaan branden als de auto
langzamer gaat rijden omdat het systeem
ingrijpt.
Het kan gevaarlijk zijn om door te rijden als
de remlichten niet goed werken.
Hiervoor gebruikt het systeem een camera
boven aan de voorruit en, afhankelijk van de
uitvoering, een radar in de voorbumper.
Dit systeem is vooral bedoeld voor
gebruik op snelwegen en autowegen.
Het werkt alleen bij bewegende voertuigen
die in dezelfde richting als uw auto rijden.
Als de bestuurder een richtingaanwijzer
inschakelt bij het inhalen van een
langzamer voertuig, staat de
snelheidsregelaar tijdelijk toe dat u de
voorligger dichter nadert om het inhalen te
vergemakkelijken; de ingestelde snelheid
wordt hierbij niet overschreden.
Schakelaars op en rondom
het stuurwiel
1. ON (stand CRUISE)/OFF