Rijden
Controleer voordat u de auto verlaat of
de parkeerrem is aangetrokken: de
controlelampjes voor de parkeerrem op het
instrumentenpaneel en de hendel moeten
permanent branden.
Als de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt
er een geluidssignaal en wordt er een melding
weergegeven als het bestuurdersportier wordt
geopend.
Laat kinderen nooit alleen in de auto: ze
zouden de parkeerrem kunnen vrijzetten.
Wanneer de auto staat geparkeerd op
een steile helling, de auto zwaar
beladen is of als een aanhanger wordt
getrokken
Bij een handgeschakelde versnellingsbak
draait u de wielen naar de stoeprand toe en
schakelt u een versnelling in.
Bij een automatische transmissie draait u
de wielen naar de stoeprand toe en zet u de
transmissie in stand P.
122
Als er een aanhangwagen is aangekoppeld,
mag het hellingspercentage bij het parkeren
niet hoger zijn dan 12%.
Handbediende werking
Handmatig vrijzetten
Contact aan of draaiende motor:
► Trap het rempedaal in.
► Houd het rempedaal ingetrapt en druk kort op
de hendel.
Als het rempedaal niet is ingetrapt, wordt
de parkeerrem niet vrijgezet en wordt er
een melding weergegeven.
Handmatig aantrekken
Bij stilstaande auto:
► Trek kort aan de hendel.
Het controlelampje van de hendel gaat
knipperen om het verzoek te bevestigen.
Automatische werking
Automatisch vrijzetten
Controleer eerst of de motor draait en het
bestuurdersportier is gesloten.
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden.
Bij een handgeschakelde versnellingsbak
► Trap het koppelingspedaal volledig
in en schakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in.
► Geef gas en laat het koppelingspedaal
opkomen.
Bij een automatische transmissie
► Trap het rempedaal in.
► Selecteer stand D, M of R.
► Laat het rempedaal los en geef gas.
Als de rem niet automatisch wordt
vrijgezet, controleer dan of de
voorportieren goed zijn gesloten.
Als de auto stilstaat met draaiende motor,
trap dan niet onnodig het gaspedaal in.
De parkeerrem kan dan worden vrijgezet.
Automatisch aantrekken
Wanneer de auto stilstaat, wordt de
parkeerrem automatisch aangetrokken als u
de motor afzet.
De parkeerrem wordt niet automatisch
aangetrokken als de auto afslaat of de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem
wordt ingeschakeld.
In de automatische stand kan de
parkeerrem op elk moment handmatig
met de hendel worden aangetrokken of
vrijgezet.