Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

U: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug
in de rijrichting" als met het "gezicht in de
rijrichting".
UF: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, met het "gezicht
in de rijrichting".
X: Zitplaats niet geschikt voor een kinderzitje uit
de aangegeven gewichtscategorie.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op
de voorpassagiersstoel worden bevestigd.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet
op de voorpassagiersstoel of op de 3
worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw
land alvorens een kinderzitje op deze plaats
te bevestigen.
(d) Maximale hoogtepositie
(e) Rugleuning omhoog.
(f) Als u een kinderzitje met de rug of het
gezicht in de rijrichting op een zitplaats
achterin bevestigt, moet u de voorstoel naar
voren schuiven en de rugleuning ervan
rechtop zetten zodat er voldoende ruimte
is voor het kinderzitje en de benen van het
kind.
(g)
Een kinderzitje met een steun mag nooit
op de middelste zitplaats achter worden
geplaatst.

ISOFIX-bevestigingen

De hieronder aangegeven zitplaatsen
zijn uitgerust met de voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingen:
zitrij
e
* Afhankelijk van de uitvoering.
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen die worden aangegeven door
een markering:
– Twee ringen, A, tussen de rugleuning en de
zitting van de stoel.
Veiligheid
5
109

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5008 2020

Inhoudsopgave