In geval van pech
Afhankelijk van de uitvoering is er een
standaardformaat reservewiel met stalen
of lichtmetalen velg aanwezig.
In sommige landen wordt de auto geleverd
met een "noodreservewiel".
Het reservewiel monteren
► Draai de centrale moer los.
► Verwijder het bevestigingssysteem (moer en
bout).
► Til het reservewiel aan de achterzijde op en
trek het naar u toe.
► Neem het wiel uit de bagageruimte.
Het reservewiel terugplaatsen
► Leg het reservewiel terug in de
reservewielbak.
► Draai de moer op de bout een aantal slagen
los.
► Plaats het bevestigingssysteem (moer en
bout) op het midden van het wiel.
► Draai de centrale moer voldoende vast om
het wiel goed te bevestigen.
► Berg de gereedschapskist in het midden van
het wiel op en klik de kist vast.
Toegang tot het reservewiel
210
Het reservewiel wordt met een lier tegen de
bodem van de bagageruimte vastgeklemd.
Alleen een noodreservewiel kan met de
lier onder de auto worden bevestigd.
Het reservewiel monteren
► Vouw het vouwpaneel op en zet de linkerstoel
op de 3e zitrij (indien aanwezig) rechtop.
► Til het voorgesneden deel van de vloer op om
de bevestigingsmoer van het reservewiel los te
maken.
► Bevestig verlengstuk 8 aan het uiteinde
van wielsleutel 5 en draai de moer aan om de
lierkabel af te winden totdat het reservewiel plat
op de grond ligt. Wind de lengte af die nodig is
om gemakkelijk bij het wiel te komen.
► Haal het wiel met de gereedschapskist uit
het achterste gedeelte van de auto.
► Zet het reservewiel rechtop om bij de
gereedschapskist (A) te kunnen komen.