6.
Gebruik het numerieke toetsenblok voor het volgende:
●
Voer het IP-adres in en raak
●
Voer het subnetmasker in en raak
●
Voer de standaardgateway in en raak
7.
Raak
Toepassen
Verbindingssnelheid en instellingen voor dubbelzijdig afdrukken
OPMERKING:
netwerken.
De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de afdrukserver moeten overeenkomen met die van de
netwerkhub. In de meeste gevallen kunt u het apparaat in de automatische stand laten staan. Onjuiste
wijziging van de verbindingssnelheid en instellingen voor dubbelzijdig afdrukken kan de communicatie van
het apparaat met andere netwerkapparaten verhinderen. Wijzigingen kunt u aanbrengen via het
bedieningspaneel van de printer.
OPMERKING:
●
De instellingen moeten overeenkomen met die van het netwerkproduct waarmee u verbinding maakt
(een netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
●
Wijzigingen kunnen ertoe leiden dat het product uit en weer ingeschakeld wordt. Breng alleen
wijzigingen aan wanneer het product inactief is.
1.
Open het dashboard van het bedieningspaneel (veeg het dashboard tabblad bovenaan het scherm naar
beneden of tik op het dashboardgebied op het startscherm).
2.
Raak op het dashboard van het bedieningspaneel
3.
Raak
Netwerk instellen
4.
Raak
Geavanceerde instellingen
5.
Selecteer een van de volgende opties:
Instelling
Automatisch
10-Full
10-Half
100-Full
100-Half
26
Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten
Gereed
aan.
Deze informatie geldt alleen voor ethernet-netwerken (vaste netwerken), niet voor draadloze
en vervolgens
en vervolgens
Beschrijving
De afdrukserver stelt automatisch de hoogste verbindingssnelheid en de communicatiemodus
in die op het netwerk zijn toegestaan.
10 Mbps, volledige duplexwerking
10 Mbps, half-duplexwerking
100 Mbps, volledige duplexwerking
100 Mbps, half-duplexwerking
aan.
Gereed
aan.
Gereed
aan.
aan.
Ethernet-instellingen
aan.
Verbindingssnelheid
aan.
NLWW