Opmerking De minimale boven- en ondermarge voor uw groot origineel moet gelijk
zijn aan of groter zijn dan 6 mm.
1. Zorg ervoor dat er papier van A3-formaat of 11x17 inch in de hoofdlade is geplaatst.
2. Raak Kopiëren aan.
3. Raad het selectievakje A3/11x17 aan op het Kopieerscherm en selecteer vervolgens
Instellingen om andere kopieerinstellingen te wijzigen.
4. Selecteer Zwart om een zwart-wit-kopie te maken of Kleur om een kleurenkopie te
maken.
5. Selecteer het formaat van het origineel.
6. Plaats de origineel volgens de animatie en selecteer vervolgens Scannen.
7. Als dit wordt gevraagd, selecteert u Verder.
8. Draai het origineel om volgens de animatie en selecteer vervolgens Scannen. De
printer voegt de twee exemplaren samen in een document en geeft een voorbeeld
weer.
9. Raak Kopiëren aan om de kopie af te drukken.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
•
Aantal kopieën
•
Kopieerformaat
•
Soort kopieerpapier
•
Kopieersnelheid en kwaliteit
•
Instellingen lichter/donkerder
•
Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instellingen
opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige taak te wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Maak wijzigingen aan de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen aan.
3. Raak de pijl omlaag
standaardinstellingen instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
aan en selecteer vervolgens Als nieuwe
Kopieerinstellingen wijzigen
47