1.
A
2.
C
B
A
Gereedschap: 5 mm inbus
1.
2.
A
3.
24
REMMEN
Controleer of de banden de juiste spanning hebben
voor u de remmen opnieuw afstelt. De juiste span-
ning staat vermeld op de zijkant van de banden.
1. Gebruikersrem
Zet de remmen vast door de remhendels naar u
toe te trekken. De gebruikersrem dient te wor-
den gebruikt wanneer de rolstoel niet rijdt en is
niet bedoeld om snelheid te minderen tijdens het
rijden.
Om de rem te activeren beweegt u hendel (A)
voorwaarts.
Om de rem vrij te zetten beweegt u de hendel
achterwaarts (naar u toe).
Let erop dat u uw vingers niet bekneld tussen het
remblok en de band.
Onjuiste plaatsing of onjuist gebruik van de rem
verminderd de werking van de rem.
2. Om een juiste remwerking te garanderen moet
het remblok de band "grijpen" wanneer de rem
geactiveerd wordt. Het kan nodig zijn om voor
een goede remwerking de rem opnieuw af te
stellen. Draai inbusbout (A) los en breng de rem-
bevestiging in de juiste positie. De juiste positie is
een afstand van 15 mm tussen het remblok (B) en
de band (C) wanneer de rem vrij staat. Draai de
inbusbout weer vast.
Let op dat uw vingers niet bekneld raken tussn de
remstaaf en de band
NB! Geen remhendel verlengers op de Rea™
Bellis™ plaatsen.
Verkeerd gebruik of afstellen van de rem ver-
mindert de remwerking.
BEGELEIDERSREMMEN
1. Remmen tijdens het rijden: knijp de hendels bei-
derzijds rustig in. De rolstoel zal vaart minderen.
2. Remmen activeren als parkeerrem: knijp de beide
hendels volledig in en beweeg de vergrendelings-
clip (A) omhoog. Laat de remhendels nu los. De
rolstoel staat nu op de rem.
3. Remmen vrij zetten: knijp de hendels in en de
vergrendelingsclip zal automatisch ontgrendelen.
Verkeerd gebruik of afstellen van de rem ver-
minderd de remwerking.
®
REA
BELLIS