[2-27]=
Eindtijdstip geluidsarme werking
Standaardwaarde=3.
Waarde
[2-27]
1
2
3
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
instelling [2-22].
[2-30]=
Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) via de
externe besturingsadapter (DTA104A61/62).
Deze instelling bepaalt het niveau van de stroom-
verbruikbegrenzing voor stap1 als het systeem met
stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een
extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie de tabel
voor de niveaus.
Standaardwaarde=3.
Verander [2-30]=1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8, afhankelijk van
de vereiste begrenzing.
Waarde
[2-30]
1
2
3
4
5
6
7
8
[2-31]=
Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 2) via de
externe besturingsadapter (DTA104A61/62).
Deze instelling bepaalt het niveau van de stroom-
verbruikbegrenzing voor stap 2 als het systeem met
stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een
extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie de tabel
voor de niveaus.
Standaardwaarde=1.
Verander [2-31]=1, 2 of 3, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
Waarde
[2-31]
1
2
3
[2-32]=
Gedwongen, permanenten, stroomverbruikbegrenzing
(geen
externe
stroomverbruikbegrenzing).
Deze instelling activeert en bepaalt het niveau van de
stroomverbruikbegrenzing die permanent wordt toege-
past als het systeem altijd met stroomverbruik-
begrenzing moet draaien. Zie de tabel voor de niveaus.
Standaardwaarde=0 (UIT).
Waarde
[2-32]
0
1
2
Verander [2-32]=0, 1 of 2, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-Systeem airconditioner
4P329765-3C – 2013.03
Eindtijdstip automatische
geluidsarme werking (ongeveer)
6u00
7u00
8u00 (standaard)
Stroomverbruikbegrenzing
(ongeveer)
60%
65%
70% (standaard)
75%
80%
85%
90%
95%
Stroomverbruikbegrenzing
(ongeveer)
40% (standaard)
50%
55%
besturingsadapter
vereist
Begrenzing
Functie niet actief (standaard)
Volgens instelling [2-30]
Volgens instelling [2-31]
[2-35]=
Instelling hoogteverschil
Standaardwaarde=1
Wanneer de buitenunit lager dan de binnenunits is
geïnstalleerd en het hoogteverschil tussen de hoogste
binnenunit en de buitenunit meer dan 40 m bedraagt,
moet de instelling [2-35] worden ingesteld op 0.
Andere veranderingen/beperkingen aan het circuit zijn
van
VRV DX-binnenunits"
informatie.
[2-49]=
Instelling hoogteverschil
Standaardwaarde=0
Wanneer de buitenunit hoger dan de binnenunits is
geïnstalleerd en het hoogteverschil tussen de laagste
binnenunit en de buitenunit meer dan 50 m bedraagt,
moet de instelling [2-49] worden ingesteld op 1.
Andere veranderingen/beperkingen aan het circuit zijn
van
VRV DX-binnenunits"
informatie.
[2-81]=
Instelling koelcomfort.
Standaardwaarde=1
Verander [2-81]=0, 1, 2 of 3, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
instelling [2-8].
Zie
pagina 44
impact van deze instellingen.
[2-82]=
Instelling verwarmcomfort.
Standaardwaarde=1
Verander [2-82]=0, 1, 2 of 3, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
voor
instelling [2-9].
Zie
pagina 44
impact van deze instellingen.
[2-83]=
Toewijzing master-gebruikersinterface wanneer tegelijk
VRV DX-binnenunits en RA DX-binnenunits worden
gebruikt.
Verander instelling [2-83] om de VRV DX-binnenunit de
bedrijfsstand
UIT/AAN is vereist na uitvoeren van deze instelling).
toepassing;
zie
"9.5.2. Systeem
op
pagina 14
toepassing;
zie
"9.5.2. Systeem
op
pagina 14
Waarde
[2-81]
Instelling koelcomfort
0
1
Gematigd (standaard)
2
3
"15.4. Energiesparen en optimale werking" op
voor meer informatie en advies over de
Waarde
[2-82]
Instelling verwarmcomfort
0
1
Gematigd (standaard)
2
3
"15.4. Energiesparen en optimale werking" op
voor meer informatie en advies over de
te
laten
bepalen
[2-83]=1
RA DX-binnenunit
bedrijfsstand (standaardinstelling).
[2-83]=0
VRV DX-binnenunit
bedrijfsstand.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
met
alleen
voor
meer
met
alleen
voor
meer
Eco
Snel
Krachtig
Eco
Snel
Krachtig
(systeemspanning
bepaalt
de
bepaalt
de
42