6.4
Aansluiting temperatuursensor / stilstandverwarming
Gevaar voor elektrische schokken
De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant
van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd. De aansluitingen van de
temperatuursensor zijn zodanig in de aansluitkast aangebracht dat ze niet kunnen worden
aangeraakt en beschikken niet over een veilige scheiding. Bij defecten kan daarom op de
meetsensorleiding gevaarlijke spanning staan, die bij aanraking dodelijk of zwaar lichamelijk
letsel en materiële schade kan veroorzaken.
• Neem bij het aansluiten van de temperatuursensoren op een externe
6.4.1
Optionele inbouwonderdelen aansluiten
Gebruik naast de in de aansluitkabels geïntegreerde, stroomafhankelijke
overbelastingbeveiliging de optionele inbouwonderdelen, bijv. temperatuursensor,
stilstandverwarming.
6.4.2
Aansluiting hulpstroomkringen
De aansluiting van hulpstroomkringen gebeurt in de aansluitkast.
6.5
Kabelaansluiting
Aansluitbare doorsneden afhankelijk van de klemgrootte evt. gereduceerd door de grootte van
de kabelwartels.
1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355
Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A
WAARSCHUWING
temperatuurbewaking indien nodig extra maatregelen waardoor aan de eisen van "Gevaar
door elektrische schokken" wordt voldaan, zie IEC 60664-1 resp. IEC 61800-5-1.
Elektrische aansluiting
6.5 Kabelaansluiting
75