Montage
5.4 Uitlijnen en bevestigen
5.4
Uitlijnen en bevestigen
Let bij het uitlijnen en de bevestiging op het volgende:
• Let bij het monteren van de voeten en flenzen op een gelijkmatige uitlijning.
• Bij wandmontage dient u de machine aan de onderzijde te stutten door bijvoorbeeld een
steunlijst, of u zet de machine met een pen- en gatverbinding vast.
• Richt de machine met koppeling nauwkeurig uit.
• Zorg voor schone bevestigingsoppervlakken.
• verwijder aanwezig corrosiewerend middel met witte spiritus.
• vermijd constructie-afhankelijke resonanties bij de draaifrequentie en de dubbele
netfrequentie.
• Let op ongewone geluiden bij het draaien van de rotor met de hand.
• Controle van de draairichting in ongekoppelde toestand.
• vermijd starre koppelingen.
• herstel beschadigingen van de lak onmiddellijk en deskundig.
5.4.1
Nalakken van ex-machines
Opmerking
Nalakken van Ex-machines
Neem bij machines met explosiebeveiliging het hoofdstuk Nalakken (Pagina 115) in acht.
5.4.2
Maatregelen voor het uitlijnen en bevestigen
De volgende maatregelen zijn nodig om de onnauwkeurige radiale uitlijning van de beide
koppelingshelften te compenseren en om de elektrische machine tegenover de arbeidsmachine
horizontaal te justeren:
• Verticale positionering
Plaats voor de verticale positionering dunne platen onder de machinepoten om spanning op
de machines te voorkomen. Om het aantal bijlagen te beperken, gebruikt u weinig
gestapelde bijlagen.
• Horizontale positionering
Voor de horizontale positionering verschuift u de machine zijwaarts op de fundering. Zorg
ervoor, dat hierbij de axiale uitlijning (hoekfout) in acht wordt genomen.
• Let bij de positionering ook op een gelijkmatig rondlopende axiale spleet op de koppeling.
58
1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355
Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E44264501A