Gebruik
K e r e n
C o n t r o l e w e r k -
z a a m h e d e n
88
Om de machine te keren, moet u deze eerst heffen.
Verlaag het motortoerental kort voor de akkerrand en beweeg de
zaaimachine al rijdend omhoog. Laat het ventilatortoerental daarbij
niet te sterk afnemen.
Laat de zaaimachine na het keren ongeveer 1 m voor de plaats
waar u weer wilt gaan zaaien, zakken.
Aan het einde van de akker schakelt de elektronische besturing bij be-
diening van de markeurwisselaar automatisch een passage verder.
Elektronische besturing
Controleer na een spanningsonderbreking of de juiste rijpadpassage
nog wordt weergegeven en corrigeer de betreffende waarde zo nodig.
Afhankelijk van het type tractor is het ook mogelijk dat er bij inschake-
ling wordt doorgeschakeld zonder dat dit de bedoeling is.
Voer tijdens het zaaien de in de onderstaande checklist vermelde con-
trolewerkzaamheden uit:
•
Blijft het aftakastoerental tijdens het zaaien constant?
Stap regelmatig uit de tractor en controleer de volgende punten:
Zaaidiepte in orde?
Zijn alle zaaipijpen vrij?
Schakelen de magneetkleppen goed?
Stroomt het zaaizaad goed door de magneetkleppen?
Bij koolzaad:
Wordt het zaad nog goed toegevoerd?
Werkt de reinigingsborstel goed?
Bij zaaizaad met veel strovezels in verband met de neiging tot
brugvorming:
Wordt het zaad nog goed toegevoerd?