Voorbereidende werkzaamheden voor het
A f z o n d e r l i j k o p d e
C X - z a a i k o u t e r
haak
K o u t e r d r u k d i a g r a m
A, B, C = posities in
het kouterdrukdiagram
A
1, 2, 3, 4 = lengte van
B
1 2
de veer
3 4
C
F
De kouterdruk moet bij de voorste kouters lager zijn dan bij de achter-
ste kouters, omdat de achterste kouters de zaairijen van de voorste
kouters met aarde bedekken. Dit geldt in het bijzonder bij:
•
losse grond
•
kleine rijenafstanden en
•
hoge rijsnelheden.
Het kan zinvol zijn de druk op de kouters die in het tractorspoor lopen,
te verhogen.
U kunt de kouterdruk voor de afzonderlijke kouters aanpassen door de
kouterdrukveren anders te hangen. Gebruik hiervoor de meegele-
verde haak.
Til de zaai-unit iets op van de bodem, de veren zijn dan ontspannen
en kunnen gemakkelijker anders opgehangen worden.
Maak de spanketting los met behulp van de haak.
Zet de spanketting in de gewenste stand vast.
Uit het kouterdrukdiagram kunt u de kouterdruk aflezen. De kouter-
druk is afhankelijk van de veerkracht en van de lengte en de positie
van de veer.
Position
zaaien
27 mm
22 mm
53